Utrechtse interesse in miniatuur-Domtoren
Nu staat de Domtoren nog in Nootdorp in zijn achtertuin, naast de Nieuwe Kerk en Oude Kerk van Delft. Schaal 1 op 20. „Vanuit Utrecht is er interesse voor. Dat is mooi”, vindt miniatuurbouwer Chris van der Sman. „Als de toren hier weggaat, moet-’ie natuurlijk naar de Domstad. Daar hoort-’ie.”
Diverse telefoontjes en mailtjes heeft Chris van der Sman (88) al gehad nadat hij zich onlangs in de media liet ontvallen dat de 5,63 meter hoge replica van de Domtoren wat hem betreft een plek kan krijgen in Utrecht. „Hier in de tuin zal hij toch niet altijd blijven staan. FC Utrecht toonde belangstelling. Voor de plaatsing zou echter het dak van het stadion van de voetbalclub opengebroken moeten worden. Daarom kon dat helaas niet doorgaan.”
Er zijn meer opties, vertelt Van der Sman. „In Utrecht willen ze de toren graag hebben. Bij Museum Catharijneconvent zou die moeten komen te staan, was een suggestie. Hoog Catharijne, opperde een ander. Of in de botanische tuinen. Het is nog pril, maar er is beweging voor een goede bestemming.”
In Nootdorp kan de miniatuurbouwer het icoon van Utrecht niet in zijn volle glorie tonen. Het bovenste deel, „de lantaarn”, heeft hij niet op, maar naast de toren geplaatst. „Voor de veiligheid. Achter de tuin is een speelplaats van een school. Je weet het maar nooit met die stormen van tegenwoordig. Zo’n hoge toren is dan toch wat link.”
De Domtoren is niet het enige bouwwerk in Van der Smans tuin. „De toren van de Nieuwe Kerk van Delft staat er al 54 jaar, die heeft elke storm doorstaan. In 1962 begon ik eraan, zeven jaar later was de toren gereed, in 1987 had ik de hele kerk klaar.”
De replica, 5,50 meter lang, heeft een betonnen vloeroppervlak van zo’n twintig vierkante meter. Er zijn circa 100.000 steentjes in verwerkt, die de Nootdorper vervaardigde van zachte specie. „Twee centimeter lang, een centimeter breed en zes millimeter dik. Die maakte ik net als de ornamenten, de deuren en de gebrandschilderde ramen ’s winters als ik niet buiten bezig kon zijn. Dan had ik in april weer een hele voorraad om verder te kunnen bouwen.”
De toren van de Nieuwe Kerk bewonderde Van der Sman al in zijn jeugd als hij bij de jaarlijkse taptoe in Delft stond. „Die ga ik ooit eens nabouwen, dacht ik. Maar dan moest ik eerst een vaste woon- en verblijfplaats hebben. In 1962 was dat zover.”
Oude Kerk
Na de Nieuwe Kerk volgde de Oude Kerk in Delft. De Nootdorper werkte daar 23 jaar aan. Hij bouwde zo natuurgetrouw mogelijk na. „De schaal van 1 op 20 past me goed. Daarmee komen de details, zoals de ramen, tenminste tot hun recht. Schaal 1 op 25, zoals in Madurodam, is me daarvoor net wat te klein. De Oude Kerk wordt wel de scheve Jan genoemd. De toren staat een beetje uit het lood, hier in de tuin dus ook.”
Het interieur van de kerken beperkte Van der Sman tot de pilaren en de gewelven. „Voor stoeltjes en preekstoelen is het buiten veel te vochtig. In de Nieuwe Kerk had ik aanvankelijk verlichting aangebracht. Dat was ’s avonds erg mooi om te zien, met die kleurige ramen, maar door het vocht ging alles roesten. Ik heb de lichtjes er toen maar uitgehaald.”
Tien over tien
Echtgenote Mieke kon wel leven met de hobby van haar man, die jarenlang de kost verdiende als huisschilder. In de tuin was nog voldoende plek voor een paar zitjes. „Mijn vrouw vond het wel gezellig dat ik veel thuis was. Om tien uur dronken we altijd koffie, maar ik moest dan meestal nog wat afmaken. Daarom staan alle wijzers op tien over tien.”
Middeleeuwse godshuizen boeien Van der Sman. „De mensen moeten toen wel diep overtuigd zijn geweest van hun geloof om zulke mooie kerken te maken.” De Nootdorper is van huis uit rooms-katholiek. „In mijn jeugd vond ik de kerk erg dictatoriaal: dit mocht niet en dat moest. Ik ben er toen uitgegroeid. Nu heb ik niks meer met de kerk. Maar door die kerken in de achtertuin zou je me toch de trouwste kerkganger van de Randstad kunnen noemen.”
De lucht in
De Domtoren was een vanzelfsprekende keuze toen de Oude Kerk was voltooid. „Als robuust bouwwerk maakte de toren altijd al veel indruk op mij. Plaats voor een volgende kerk was er niet meer. Dan maar met de Domtoren de lucht in, daar was ruimte genoeg. Op de grond nam die maar een goede vierkante meter in beslag.”
Tien jaar deed Van der Sman over de Utrechtse toren. Daarna bouwde hij nog een miniatuur van de toren van de hervormde kerk in zijn woonplaats. „Graag zou ik nu beginnen aan de toren van de rooms-katholieke kerk in het dorp. Door problemen met mijn ogen en mijn knieën zal dat er niet meer van komen.”
De hervormde toren krijgt waarschijnlijk een plekje ergens in Nootdorp. Van der Sman: „De twee kerken van Delft zijn te zwaar om ze goed te kunnen verplaatsen, maar het zou prachtig zijn als de Domtoren wel behouden blijft. Die is het makkelijkst te vervoeren.”