Oppositie in Overijssel mist visie en ambitie bij nieuwe coalitie
Een wollig document met veel „open deuren” en amper concrete afspraken. Zo typeren de oppositiepartijen in de Provinciale Staten van Overijssel het onlangs gepresenteerde coalitieakkoord, met als titel ‘Schouder aan schouder’. De vijf partijen in de coalitie (BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en SGP) benadrukten woensdag tijdens de bespreking daarvan dat hun akkoord juist ook voor de oppositie ruimte voor eigen inbreng biedt.
Volgens fractievoorzitter Carla Evers van BBB, dat 17 van de 47 zetels in de Staten van Overijssel heeft, is dit op verzoek van de negen oppositiepartijen gebeurd. „Zij zeiden vooraf: timmer het alsjeblieft niet dicht en zorg dat er voldoende ruimte is. Daarom hebben we alleen de hoofdlijnen vastgesteld.”
De oppositie mist echter visie, ambitie en concrete plannen, zo bleek tijdens het debat over het akkoord. Fractievoorzitter Rick Brink van het CDA, dat voor het eerst ontbreekt in het Overijsselse bestuur, ziet daarin vooral „een voortzetting van bestaand beleid”. Volgens Renilde Huizenga van D66 zit het document voor de komende vier jaar vol met ‘containerbegrippen’. „Mooie woorden, mooie plaatjes, vrede op aarde voor iedereen. Maar is dat wel handig in een tijd waarin echte keuzes gemaakt moeten worden?” Fred Kerkhof van JA21 betitelde het akkoord als „saai en weinigzeggend”.
Sebastiaan Stöteler van de PVV noemde het „een document vol algemeenheden, wensdenken en op dit moment nog vage richtingen”. Volgens hem is het grotendeels een kopie van het akkoord uit 2019. „Met wat gerommel in de marge, terwijl de kiezer op 15 maart bij de verkiezingen juist met dat beleid wilde afrekenen.”
Volgens Forum voor Democratie heeft BBB zich „de kaas van het brood laten eten” tijdens de onderhandelingen. „Die zeventien zetels kwamen er omdat de inwoners van Overijssel wat anders wilden. Maar dat zie je niet terug in dit akkoord”, aldus fractievoorzitter Remco Roelofs.
Luuk Folkerts van de Partij voor de Dieren vindt dat dieren er „bekaaid” van af komen. „Vorig jaar leefden in onze provincie 11,5 miljoen kippen, 1,5 miljoen varkens, ruim 600.000 koeien en ruim 100.000 geiten. Maar zij worden niet genoemd in dit akkoord. Wel de wolf, waarvan er vorig jaar eentje ongeveer vier maanden in onze provincie woonde. Dat juist de wolf de enige diersoort is die met naam in het coalitieakkoord wordt genoemd, spreekt voor mij boekdelen.”