Westen krijgt extra zoetwater tegen verzilting
West-Nederland krijgt vanaf woensdag meer zoetwater uit het midden van het land om de verzilting van met name de Hollandsche IJssel tegen te gaan. Dat staat in de droogtemonitor van de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling. Het extra zoetwater komt uit het Merwedekanaal en gaat via de sluis bij Bodegraven naar het werkgebied van het hoogheemraadschap van Rijnland.
Als het water in de Rijn laag staat, kan er door gebrek aan tegendruk veel zout zeewater vanaf de Noordzee in de Hollandsche IJssel stromen. Als het zilte water in de buurt van Gouda komt moeten er maatregelen worden genomen, want bij Gouda ligt een belangrijk inlaatpunt voor zoetwater. De waterschappen in het westen hebben daarom samen met Rijkswaterstaat de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) gebouwd. Het hele systeem hoeft volgens Rijkswaterstaat nu nog niet gebruikt te worden, maar dat gaat later deze zomer mogelijk wel gebeuren.
Vanwege de verzilting in de Rijn-Maasmonding is de kier in de Haringvlietsluizen afgelopen vrijdag gesloten. Rijkswaterstaat let scherp op verzilting van de Lek. Als dat gebeurt worden er maatregelen genomen bij de stuw Hagestein in Utrecht. De verzilting van het Noordzeekanaal is flink afgenomen door de zomerstorm die vorige week over Noord-Holland raasde. Toch wordt bij de Zeesluis in IJmuiden nog steeds zo zuinig mogelijk geschut. Waterschap Amstel, Gooi en Vecht haalt extra water uit het Markermeer om het zout worden van het Noordzeekanaal te bestrijden.
Ondanks de zomerstorm en meer regenbuien vorige week ligt het neerslagtekort in Nederland nog steeds op dat van de 5 procent droogste jaren. Met name in Friesland, Groningen, Drenthe, Utrecht en delen van Gelderland, Overijssel, Zuid-Holland en Zeeland is de grondwaterstand erg laag. Ondertussen warmt het oppervlaktewater weer op, wat overal in het land voor blauwalg zorgt. Ook botulisme duikt hier en daar op.