PBL: natuurbeleid kost meer tijd en geld dan voorzien
Het natuurbeleid heeft een andere aanpak nodig. De aankoop en inrichting van nieuwe natuurgebieden heeft veel meer tijd en geld gekost dan eerder voorzien, signaleren het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen University & Research (WUR) in een evaluatie over de afspraken die in 2013 zijn gemaakt om de natuur vooruit te helpen. Afgesproken doelen voor 2027 worden naar verwachting niet gehaald.
Deze evaluatie komt als geroepen, vindt hoogleraar en sectorhoofd Bram Bregman van het PBL. Nu het landbouwakkoord is geklapt wil het kabinet in september met eigen plannen komen. „Met de evaluatie kan het Rijk leren van de afgelopen tien jaar en zien hoe decentraal natuurbeleid eruitziet.” Natuur- en landbouwbeleid liggen immers in elkaars verlengde, benadrukt het PBL.
Om natuurdoelen te halen is een „verregaande verandering nodig” van de agrarische bedrijven. „Boeren hebben daarbij niet alleen duidelijkheid nodig over wat er van hen wordt gevraagd, maar ook financiële ondersteuning en aangepaste regelgeving vanuit het Rijk of de provincie”, stellen de onderzoekers. Projectleider Irene Bouwma van de WUR legt uit dat boeren nu vaak niet de middelen hebben om mee te gaan in de veranderingen die nodig zijn voor de natuur.
In 2013 sloten provincies en de Rijksoverheid een Natuurpact, waarin onder meer werd afgesproken dat natuurgebieden beter met elkaar verbonden moeten worden. Ook moet er in 2027 zeker 80.000 hectare nieuwe natuur bij zijn gekomen, waarvan inmiddels zo’n 45.000 hectare is gerealiseerd. Het aantal vogels en vogelsoorten moet worden hersteld. Hetzelfde geldt voor wilde planten, dieren en landschapstypes. De onderzoekers zien al langere tijd dat vooruitgang in de natuur niet snel genoeg gaat.
Het herstelbeheer moet beter, vinden de onderzoekers. „Nu denken we vaak na over herstelmaatregelen die op de korte termijn nut hebben”, zegt Bouwma. „Maar we moeten ook nadenken over de langere termijn.” Ook zien PBL en WUR opties om te versnellen, bijvoorbeeld door bepaalde gebieden om te zetten naar natuurgebieden. Wel verwachten de onderzoekers dat het merendeel van de provincies de opgave om meer natuur te creëren niet gaat halen.
Verder is meer samenwerking nodig. „Belangen lopen uiteen, waardoor er geen keuzes worden gemaakt over wat er echt in een natuurgebied moet gebeuren”, zegt Bouwma. Transitie van het beleid is noodzakelijk. De onderzoekers kijken daarvoor onder meer naar het aankomende Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG).