Colombia en ELN staken aanvallen in aanloop naar wapenstilstand
De Colombiaanse regering en de rebellen van het Nationale Bevrijdingsleger (ELN) hebben beide aangekondigd dat ze elkaar vanaf donderdag niet meer zullen aanvallen. Daarmee nemen de strijdende partijen een voorschot op een eerder overeengekomen staakt-het-vuren, dat op 3 augustus ingaat.
De wapenstilstand was begin juni tot stand gekomen na onderhandelingen in de Cubaanse hoofdstad Havana die een maand hadden geduurd. De Colombiaanse justitie trok tijdens de onderhandelingen een arrestatiebevel voor ELN-leider Antonio Garcia in.
De extreemlinkse ELN telt bijna 6000 leden en werd in de jaren zestig opgericht door radicale katholieke priesters. De activiteiten worden betaald met ontvoeringen, afpersing en drugshandel. De organisatie was in 2017 ook verantwoordelijk voor de ontvoering van de Nederlandse programmamaker Derk Bolt, die na zes dagen werd vrijgelaten.
Verschillende Colombiaanse regeringen hebben sinds 2018 met de guerrillaorganisatie onderhandeld over vrede, maar zonder resultaat. De huidige president Gustavo Petro, de eerste linkse president van het land, had bij zijn aantreden vorig jaar „totale vrede” beloofd. In 2016 sloot de Colombiaanse regering al vrede met de veel grotere rebellengroep FARC.
