Terwijl de mannen vechten, runnen de vrouwen in Zaporizja het boerenbedrijf
Toen ik een rondje maakte langs boeren in het zuiden van Oekraïne viel me iets op. In de agrarische sector in de provincie Zaporizja maken vrouwen de dienst uit.
Terwijl de megaboerderijen in het midden van Oekraïne, waar mais en graan wordt verbouwd, in de regel worden gemanaged door mannen, trof ik op de wat kleinere tuinbouwfirma’s in het zuiden veel boerinnen aan. Het gaat vaak om familiebedrijven.
Makkelijk is het niet voor deze vrouwen, die niet ver van de frontlinie hun onderneming overeind houden. Op het akkerbouwbedrijf van Natalia bijvoorbeeld, was een van de kassen en een deel van de boerderij verwoest. „Het schieten neemt de laatste tijd toe”, vertelde de boerin me. „Maar het werk gaat elke dag door.”
De vrouw voelt zich verantwoordelijk. Niet alleen haar man en zoon werken in haar bedrijf, de hele gemeenschap is afhankelijk van het inkomen dat bij haar wordt verdiend. Het halve dorp werkt op de boerderij.
In een dorp verderop ontmoette ik boerin Olena. Zij besloot vlak na de Russische invasie, begin vorig jaar, het land te ontvluchten. Maar leven op een flatje in Polen hield de vrouw niet uit, dus keerde ze afgelopen winter terug. Ook haar boerderij was deels verwoest, en het dure, vlak voor de oorlog aangeschafte irrigatiesysteem was defect. Toch komen haar akkers inmiddels weer tot bloei. „Dit is het land van mijn voorouders. Zij vormen mijn inspiratie om door te gaan”, zo verwoordde ze haar motivatie.
Natuurlijk vroeg ik me af waarom er zo veel boerinnen zijn. „Vrouwen zijn sterk verbonden met de grond. Wij houden van de aarde”, antwoordde boerin Natalia. „Onze liefde voor het land is diep geworteld in de Oekraïense tradities.”
Bij boerin Olena breidde de zorg voor de familie zich uit tot de Oekraïense militairen die in haar regio gelegerd zijn. „Het liefst zou ik ze allemaal willen voeden en een plek willen geven om zich te wassen en te slapen. Zodat ze zich thuis voelen.”
Ze voegde er ook iets aan toe. Vrouwen zijn vernieuwender, zo is haar overtuiging. Een aantal jaar geleden had Olena de boerderij overgenomen van haar man. „Hij werkte op een traditionele manier. Ik bracht innovatie”, vertelde ze. Haar echtgenoot, die met zijn hark in zijn handen naast haar stond, knikte er serieus bij.
„Mannen zijn vaak onzeker. Vrouwen zijn creatief en minder conservatief”, verklaarde boerin Tatjana, die ik op haar tuinbouwbedrijf nabij de stad Zaporizja ontmoette. „We moeten wel”, legde ze uit. „De oorlog verandert onze bedrijfsvoering.”
Omdat de aanvoer van groenten die zij bewerkte stokte –de regio Cherson is grotendeels door de Russen bezet– moest ze omschakelen. Dat doet ze met moderne zaden en uitstekend pootgoed, onder meer uit Nederland. „Nu de mannen aan het front zijn, moeten de vrouwen staande blijven in het achterland”, zei ze. „Terwijl de mannen vechten, moeten ze erop kunnen rekenen dat wij het hier redden.”