Oekraïne klaagt Rus aan wegens deportatie kinderen uit zuiden
Oekraïense aanklagers hebben in Den Haag bij het Internationaal Strafhof (ICC) klachten ingediend tegen een Rus en twee Oekraïners wegens het verplaatsen van Oekraïense kleine kinderen uit de Zuid-Oekraïense stad Cherson. Volgens Kyiv gaat het om ontvoeringen en is er sprake van oorlogsmisdaden. Volgens Rusland gaat het om de evacuatie van kinderen uit zones die aan het front liggen. De Russische buitenlandminister Sergej Lavrov heeft dit vrijdag weer beklemtoond in een toespraak.
De Oekraïense autoriteiten beschuldigen de Russische bezettingsmacht ervan sinds februari 19.500 kinderen op onwettige wijze uit de bezette gebieden te hebben gehaald en overgebracht naar Rusland of het schiereiland de Krim. Rusland bestrijdt dat en zegt dat het voornamelijk kinderen uit weeshuizen in oorlogszones zijn. Volgens Julia Usenko van de Oekraïense kinderbescherming zijn vrijdag de eerste drie betrokkenen in staat van beschuldiging gesteld en volgen er nog meer aanklachten.
Het ICC heeft in maart aanhoudingsbevelen uitgevaardigd over de vermeende ontvoering van kinderen tegen president Vladimir Poetin en de Russische kinderrechtencommissaris Maria Lvova-Belova. Lvova-Belova zei donderdag te hebben gesproken met de pauselijke vredesgezant Matteo Zuppi. Zuppi is op bezoek in Rusland en heeft er volgens de rooms-katholieke aartsbisschop van Moskou, Paolo Pezzi, gesproken „over humanitaire zaken die te maken hebben met vluchtelingen en met minderjarigen”. Zuppi, die begin juni Kyiv bezocht, zou om de repatriëring van de kinderen hebben gevraagd.
Het ICC wordt gefinancierd door voornamelijk westerse mogendheden, vooral de EU, en wordt niet erkend door onder meer China, Rusland en de VS. Het heeft banden met de VN, maar is geen VN-organisatie.