VN gaat uitzoeken wat er met vermisten Syrië is gebeurd
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft donderdag een onafhankelijke werkgroep in het leven geroepen om op te helderen wat er is gebeurd met de tienduizenden mensen die in de Syrische burgeroorlog vermist zijn geraakt.
Volgens ngo’s zijn meer dan 100.000 mensen verdwenen sinds het regime van Bashar al-Assar in 2011 een opstand neersloeg. Meer dan een half miljoen mensen zijn daarbij omgekomen.
„Na 12 jaar van conflict en geweld is er weinig vooruitgang geboekt bij het verlichten van het lijden van families door antwoorden te geven over het lot van de vermiste personen”, stelt de resolutie, die werd aangenomen met 83 stemmen voor, 11 tegen en 62 onthoudingen.
Behalve duidelijkheid geven over het lot van de vermisten en waar ze zich zouden kunnen bevinden stelt de zogenoemde Independent Institution on Missing Persons in the Syrian Arab Republic zich ook tot doel „adequate steun te bieden aan slachtoffers, overlevenden en nabestaanden van de vermisten”.
Samen met Rusland en China maakte Syrië bezwaar tegen de nieuwe werkgroep en zei dat het niet was geraadpleegd. Onduidelijk is hoe het VN-onderzoek te werk zal moeten gaan zonder de medewerking van de Syrische regering. Aangenomen wordt dat zowel IS en andere terreurgroepen als het regime Syriërs hebben doen verdwijnen.
Bij monde van zijn VN-ambassadeur deed Damascus het initiatief van de hand als vijandige inmenging van het Westen, in het bijzonder de Verenigde Staten. Zo zou het mechanisme in de toekomst kunnen worden gebruikt tegen andere VN-lidstaten, met name ontwikkelende landen.