Israël eist einde antisemitisme
De kwestie van antisemitisme bij de Palestijnse Autoriteit zal van meet af aan ter sprake komen als de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen weer beginnen. De Israëlische premier Ariel Sharon vindt het even belangrijk dat de Palestijnen stoppen met het aanzetten tot geweld als met terrorisme.
Dat zei minister Natan Sharansky (Diasporazaken) gisteren op een persconferentie in Jeruzalem bij de publicatie van een rapport van de organisatie ”Palestinian Media Watch” over antisemitisme bij de Palestijnse Autoriteit.
Sharansky toonde zich ingenomen met de pogingen van de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, Mahmud Abbas, om de aanslagen tegen Israëliërs tegen te gaan. „Maar terwijl de Palestijnse Autoriteit eraan werkt te voorkomen dat een paar honderd terroristen Joden en Israëliërs aanvallen, bereidt het honderdduizenden meer voor”, aldus Sharansky in een verklaring die voor de persconferentie werd verspreid. Hij doelde op de „cultuur van haat” in de Palestijnse samenleving, die tot uiting komt in onder meer lesboeken, kruiswoordpuzzels en televisieprogramma’s.
Bij de persconferentie liet onderzoeker Itamar Marcus van Palestinian Media Watch, een groep die zich bezighoudt met het volgen van antisemitisme in de Palestijnse samenleving, videoclips zien van de Palestijnse televisie waarin antisemitische uitspraken worden gedaan. In het rapport ”Dood een jood - ga naar de hemel”, dat Marcus samen met Barbara Crook opstelde, staan voorbeelden van jodenhaat in televisieprogramma’s, krantenartikelen, schoolboeken en kruiswoordpuzzels.
Marcus signaleert drie fasen in het antisemitisme in de Palestijnse media. Bij de eerste fase worden de joden voorgesteld als onverbeterlijk boosaardig. „Vanaf het moment dat een kind wordt geboren, koestert het haat tegen anderen, afzondering, superioriteit”, aldus de aangehaalde psycholoog Khader Abbas op de Palestijnse televisie op 14 april 2002.
Bij de tweede fase worden de joden afgeschilderd als een existentieel gevaar voor de hele mensheid. Ze worden voorgesteld als personen die achter oorlogen en conflicten zitten. Zo vergeleek sjeik Ibrahim Mudayris op 7 januari dit jaar op de Palestijnse televisie joden met kanker, „die zich verspreidt in het lichaam van de islamitische en Arabische natie.”
Bij de derde fase wordt de oplossing aangeboden: joden moeten worden bestreden, onderworpen, gedood en uitgeroeid. „We zullen hen opblazen in Hadera, we zullen hen opblazen in Tel Aviv en in Netanya zodat dat Allah ons meesters zal maken over dit uitschot”, aldus dr. Muhammad Ibrahim Maadi op de Palestijnse televisie op 3 augustus 2001.
De Palestijnse Omroep Onderneming ontkent dat ze antisemitisch materiaal uitzendt dat volkerenmoord bevordert, aldus de krant The Jerusalem Post vanmorgen. „We gaan een nieuw tijdperk binnen en dit komt in het algemeen tot uiting in onze berichtgeving”, verklaarde een anonieme hoge functionaris.
Afgelopen zondag publiceerden Sharansky en het Wereldwijde Forum tegen Antisemitisme van het Joodse Agentschap het wereldwijde antisemitismerapport. Daarin werd melding gemaakt van een toename van bijna 50 procent van gewelddadige aanvallen in de jaren 2003 en 2004. In Groot-Brittannië nam het aantal incidenten toe van 27 tot 55, maar in Frankrijk werden de meeste gevallen (96) opgetekend.