Noodlijdende delen Kliq in surseance
KG Holding en haar dochter Kliq Reïntegratie is vorige week donderdag uitstel van betaling verleend. Een woordvoerster van Kliq stelt dat het gaat om de bedrijfsonderdelen van de voormalige Arbeidsvoorziening die in de zomer van 2003 al in financiële problemen geraakten.
Circa anderhalf jaar geleden moest de reïntegratieonderneming wegens de financiële problemen al een doorstart maken. Het bedrijf dat daaruit is voortgekomen, Kliq BV met hoofdkantoor in Apeldoorn, blijft buiten de surseance. De zegsvrouw stelt dat de 580 mensen die werken bij het bedrijf dat werkzoekenden helpt terug te keren op de arbeidsmarkt, niet hoeven te vrezen voor hun baan. Over de verzelfstandiging van dit bedrijfsonderdeel wordt nog met bewindvoerders gesproken.
KG Holding en Kliq Reïntegratie bleven de afgelopen tijd volgens de woordvoerster bestaan om juridische zaken rondom oude contracten af te wikkelen. Voor de twee onderdelen werkt één medewerker. Beide ondernemingen moesten volgens de zegsvrouw surseance aanvragen wegens een verschil van inzicht met de aandeelhouder, de staat, over het blokkeren van kredietfaciliteiten.
In een brief aan de Tweede Kamer stelde minister Zalm van Financiën dinsdag dat hij gezien achterblijvende ontwikkelingen binnen de Kliq-groep in het najaar van 2004 al een lening van 17 miljoen euro heeft geblokkeerd. Volgens de bewindsman was dat nodig om „de positie van de staat als kredietverschaffer zeker te stellen.” De overheid heeft de reïntegratiegroep in totaal 69 miljoen euro aan leningen verstrekt sinds de verzelfstandiging eind 2001.
Verder wijst Zalm erop dat de Europese Commissie nog zijn goedkeuring moet geven voor de steun van de staat bij het herstructureren van de voormalige Arbeidsvoorziening. De gevolgen van de surseance voor de staatssteunmelding moeten volgens de minister nog worden bekeken. Wel is de staat door de uitstel van betaling een van de schuldeisers geworden en daarmee zijn de verschillende leningen nu „automatisch en onmiddellijk opeisbaar.”