Het verborgen leven van weduwen
Weduwen hebben in veel culturen een weinig benijdenswaardige positie. Mineke Schipper schreef een boek over deze vaak verborgen groep vrouwen. „Als de hele wereld een schouwtoneel is, slijten talloze weduwen hun leven nog achter de coulissen.”
In 2011 riep de Verenigde Naties 23 juni uit tot Internationale Weduwendag om aandacht te vragen voor de kwetsbare positie van deze vrouwen. Het is veelzeggend dat er in Nederland weinig aandacht voor deze dag is. In het welvarende Westen is de maatschappelijke en economische positie van weduwen kennelijk goed geregeld. Maar in arme streken hebben vrouwen die hun echtgenoot verloren het nog altijd heel zwaar. Er zijn wereldwijd naar schatting zo’n 258 miljoen weduwen. Van hen leeft 10 procent in extreme armoede.
Mineke Schipper is emeritus hoogleraar interculturele literatuurwetenschap. Ze schreef eerder onder andere ”Trouw nooit een vrouw met grote voeten”, een boek waarin ze duizenden wereldwijd gebruikte uitdrukkingen over vrouwen beschrijft. Het viel haar op dat weduwen vaak met de dood worden geassocieerd, en weduwnaars niet. ”Wie de weduwe in bed krijgt, haalt de dode man in huis”, luidt een Deens gezegde.
In haar nieuwste boek ”Weduwen. Een nooit vertelde geschiedenis” gaat Schipper op zoek naar de achtergronden van extremiteiten als weduwenverbranding in India en de soms tamelijk bizarre rouwgebruiken die op verschillende plaatsen in de wereld gangbaar zijn. Bijvoorbeeld dat een vrouw van wie de man overleden is, maandenlang in een kooi moet verblijven tot de verplichte rouwperiode voorbij is.
Wantrouwen
Het boek is een soort lappendeken van feiten, onderzoeken en anekdotes, waardoor het niet altijd eenvoudig is om de draad vast te houden. Dat lijkt Schipper zich ook te realiseren. In het nawoord schrijft ze: „Op het eerste gezicht leken mijn gegevens en materialen van overal weinig meer op te leveren dan een incoherent geheel.” Zelf zag ze op een gegeven moment toch „contouren van samenhang”. Bijvoorbeeld dat weduwen wereldwijd en in alle tijden verrassend vaak met wantrouwen werden en worden bejegend. Door de schoonfamilie, maar ook door de gemeenschap waarin een weduwe woonde. Waarom is juist haar man overleden, heeft ze er misschien zelf de hand in gehad? Ook beschuldigingen van hekserij komen nog altijd voor. Met uitsluiting of erger als gevolg.
Een andere „contour van samenhang” is de observatie dat in alle tijden en culturen de positie van weduwnaars wezenlijk anders is dan die van weduwen. Mannen hertrouwen na het overlijden van hun vrouw vaker betrekkelijk snel, veelal met een (veel) jongere vrouw. De ongeschreven regels waar weduwen zich aan hebben te houden komen volgens Schipper vaak neer op levenslange trouw aan de overleden echtgenoot. Het Japanse woord voor weduwe betekent niet voor niets: ”zij die nog niet gestorven is”.
Dat vrouwen na het overlijden van hun man vaak alleen blijven verklaart Schipper vooral door culturele druk. „Vrouwelijke dienstbaarheid aan de nagedachtenis van haar dode man, zonder groots perspectief op een nieuwe, bloeiende levensfase.”
Maar misschien is het ook wel een praktische keuze. Wellicht kunnen vrouwen zich beter alleen redden, of zijn er eenvoudig geen geschikte kandidaten vanwege de mannelijke voorkeur voor jongere partners. Een extreme uitwas daarvan is het verschijnsel kindweduwe. Volgens het Child Widows Report waren er in 2018 wereldwijd 1,36 miljoen weduwen jonger dan achttien jaar.
Vermomming
De auteur maakt grote denksprongen die niet altijd even makkelijk te volgen zijn. Schipper beschrijft bijvoorbeeld hoe in de negentiende eeuw, via modebladen, zwart de kleur voor rouwkleding werd. Eerst voor de elite, later ook voor de gewone man. Vervolgens heeft ze het over het tot ver in de twintigste eeuw bestaande gebruik dat een weduwe bij de begrafenis van haar man een hoed met zwarte voile of een zwarte sluier droeg. Jackie Kennedy deed dat bij de begrafenis van haar vermoorde man John – wat een iconisch beeld is geworden.
Waarschijnlijk droeg ze die sluier om zich te verschuilen voor de blikken van andere mensen. Of misschien om zich te kleden overeenkomstig de verwachtingen van haar omgeving. Maar Schipper ziet die sluier ook als een verwijzing naar oeroude heidense rouwrituelen, waarbij een weduwe zich onzichtbaar maakte voor de geest van de overledene. „Om te voorkomen dat zijn geest weigerde haar los te laten, maakte ze zichzelf onzichtbaar.” Een sluier is dan een vermomming, uit zelfbescherming.
Eigenbelang
Schipper is opvallend positief over de positie van weduwen binnen het christendom. Omdat christenen veel belang hechten aan liefdadigheid zochten weduwen graag hun heil bij de oudste christelijke gemeenschappen, schrijft ze. „Terwijl oude vrouwen altijd voorwerp van minachting en spot waren geweest, bekleedden oudere weduwen belangrijke posities in de oudste kerk. Van de kant van de kerk was dat niet zonder eigenbelang. (…) Welgestelde weduwen schonken vaak een flink deel van hun erfenis aan de kerk (…).” Om welke belangrijke posities het gaat en waar de informatie over die erfenissen op is gebaseerd, valt uit de bronvermelding helaas niet af te leiden.
Weduwen. Een nooit vertelde geschiedenis, Mineke Schipper; uitg. Prometheus; 248 blz.; € 22,50