Economie

Lonen matigen? Nu meer nog de prijzen

Wiens schuld is het dat het vooralsnog niet lukt de inflatie te beteugelen? Daarover woedt in ‘de polder’ een soms pittige discussie, waarbij er tussen de sociale partners verwijten en waarschuwingen klinken. Spelen de ondernemers een bedenkelijke rol doordat zij hun prijzen meer verhogen dan de kosten rechtvaardigen? Of zijn het te forse loonstijgingen die als aanjager van de inflatie blijven fungeren?

Arie de Rooij
3 June 2023 22:00Gewijzigd op 3 June 2023 22:14
De actiebereidheid onder vakbondsleden is groot. beeld ANP, Phil Nijhuis
De actiebereidheid onder vakbondsleden is groot. beeld ANP, Phil Nijhuis

De vakbonden zetten stevig in. De leden zijn bereid om te staken nu die ervaren dat de boodschappen steeds duurder worden. Zij halen her en der een flinke buit binnen, althans op het eerste gezicht: 10 procent erbij in bijvoorbeeld een cao voor een jaar bij Albert Heijn, 15 procent extra voor ruim twee jaar in het openbaar vervoer. Maar, let wel, bij een inflatie over 2022 van 10 procent houden zulke percentages vanuit het perspectief van de koopkracht echt niet over.

En het was het toch de bedoeling dat de lonen eindelijk eens een inhaalslag zouden maken? In 2019 hoorden we premier Mark Rutte zeggen dat de winsten van bedrijven tegen de plinten klotsten, maar dat werknemers daar niet van profiteerden. Onacceptabel, vond hij. De Nederlandsche Bank pleitte diverse keren eveneens voor een groter aandeel voor de factor arbeid in de verdeling van de groeiende welvaart.

Nog voordat daarvan sprake is, sloeg echter bij die instantie de schrik toe voor het op gang komen van een loon-prijsspiraal, die de geldontwaarding aanzwengelt en zou nopen tot zwaardere ingrepen aan het rentefront. President Klaas Knot kwam enkele weken terug met de verrassende vermaning aan het adres van de bonden om ook weer niet te hard van stapel te lopen en de eisen te beperken. Daar haakte werkgeversorganisatie VNO-NCW uiteraard graag bij aan.

Omgekeerd beschuldigen FNV en CNV de ondernemers ervan dat zij de omstandigheden misbruiken om hun winsten op te plussen. Graaiflatie luidt de term die in dit verband is uitgevonden; winstinflatie, om het wat neutraler uit te drukken. Topman Frans Muller van supermarktconcern AholdDelhaize putte zich tegen die achtergrond bij de presentatie van de kwartaalcijfers uit om te benadrukken dat ondanks fraaie resultaten de winstmarges in Europa flinterdun zijn.

Toch voelt het voor de meeste mensen niet oké. Afgaande op de prestaties van de beursgenoteerde concerns –die overigens niet maatgevend zijn voor de situatie bij bakker, slager of mkb’er– luidt de conclusie dat bedrijven tot dusver weinig last ondervinden van de inflatie, van hogere prijzen van onder meer energie en grondstoffen. Zij slagen er blijkbaar goed in die door te berekenen aan de klant. Uiteindelijk betaalt vooral de consument de rekening.

Een gematigde loonontwikkeling, daar zijn we al decennialang aan gewend. Toen in 1982 bonden en werkgevers er een centraal akkoord over sloten, verkeerde het bedrijfsleven in een belabberde positie. Dat is vandaag de dag anders. De lonen zijn in verhouding tot de winsten achterop geraakt. Daarom lijkt het bij de huidige inflatie in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van ondernemers om te matigen.

De auteur is oud-redacteur economie van het RD.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer