Christelijke studentenvereniging wordt populairder
Het leenstelsel, de coronapandemie en een toenemend aantal thuiswonende studenten. Voor studentenverenigingen zat het tij afgelopen tien jaar niet mee. Toch nam de populariteit van christelijke studentenverenigingen juist toe, blijkt uit onderzoek van het Reformatorisch Dagblad.
Het afschaffen van de basisbeurs zou studentenverenigingen de das omdoen, zo was rond 2015 de vrees. Ook de coronacrisis zorgde voor stress onder besturen: in de anderhalvemetersamenleving moesten zij de ene na de andere activiteit afblazen of versoberen. Al snel bleek dat jongeren na de pandemie grote behoefte hadden aan sociaal contact. Het liep storm bij studentenverenigingen.
Ook christelijke clubs lijken te profiteren van de pandemie. Acht van deze verenigingen hadden in 2013 samen zo’n 3000 leden; 10 jaar later zijn dat er bijna 3600. In die rekensom is alleen Navigators niet meegenomen, omdat er van die vereniging onvoldoende betrouwbare cijfers over de afgelopen periode beschikbaar zijn. Navigators (motto: ”Bier en Bijbel”) mag zich in ieder geval de grootste christelijke studentenvereniging noemen. Anno 2023 tellen de dertien afdelingen samen zo’n 2930 leden.
Verdubbeling
De grootste groei van alle christelijke studentenverenigingen maakt Depositum Custodi (DC) door. Tot 2017 daalt het ledenaantal. Daarna slaat de trend radicaal om: de afgelopen vijf jaar verdubbelde de vereniging. „We vermoeden dat de coronapandemie ervoor heeft gezorgd dat jongeren sociale contacten willen opbouwen of vasthouden”, zegt assessor Antonie de Potter. Voor de reformatorische vereniging is het afwachten of de trend doorzet.
Wel wordt er al nagedacht over de toekomst. Een ledenstop of streng selectiebeleid wil het bestuur liever niet. DC zit vooralsnog op één plek, in Utrecht. Een tweede dispuut behoort tot de opties, maar de vraag is dan waar. „We zijn een landelijke vereniging, dus we hebben geen grote concentratie op één plek.”
Vooralsnog gaat 2023 bij DC in de boeken als recordjaar met bijna 150 leden. Daarmee is ze even groot geworden als Solidamentum, terwijl die laatste tussen 2016 en 2020 nog dubbel zo veel leden telde als DC.
Solidamentum zelf blijft redelijk stabiel met tussen de 160 en 180 leden. Er is één absolute uitschieter, in coronajaar 2020-2021. Toen telde de vereniging ineens 218 studenten. Ze verklaart dat ook uit de sterkere behoefte aan contact met medestudenten. De opleving weet ze echter niet vast te houden; mensen zegden volgens bestuurslid Ralph Brouwer na de pandemie „massaal” hun lidmaatschap weer op.
Langstudeerders
Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato (CSFR), de grootste reformatorische studentenvereniging, telde in 2013 bijna 900 leden. Dat aantal daalde aanvankelijk flink: vijf jaar later waren er nog 773 over. Volgens vice-abactis Thomas van Olst heeft dat alles te maken met het leenstelsel, want de vereniging verliest onder haar leden vooral langstudeerders. Vanaf 2018 gaat het lijntje weer langzaam omhoog, naar 814 nu. De verwachting is dat die trend doorzet, mede door de terugkomst van de basisbeurs na de zomer.
De totale krimp komt eigenlijk maar bij twee van de negen disputen vandaan: die in Eindhoven en Groningen. Zij verloren respectievelijk bijna een derde en de helft van hun leden. Laat je die twee buiten beschouwing, dan blijft het ledenaantal van CSFR stabiel en zou de vereniging nu weer op het niveau van tien jaar geleden zitten.
Het Amsterdamse dispuut maakte de afgelopen drie jaar bijna een verdubbeling door. Die is volgens CSFR vooral te danken aan de coronacrisis. „Mensen zochten naar gezelligheid en samen-zijn tijdens en na deze periode”, zegt praeses Jennieke Jonker. De krimpende disputen hebben volgens haar onder meer te maken met concurrentie van andere christelijke studentenverenigingen.
Inderdaad laten cijfers van de vereniging Ichthus in Eindhoven juist een forse groei zien: het ledenaantal nam in 10 jaar tijd met 45 procent toe. Ook de disputen in Leiden (43 procent erbij), Nijmegen (57 procent erbij) en Rotterdam (76 procent erbij) groeiden gigantisch. Opvallend is dat zowel Ede als Wageningen kromp met ruim een derde. Ichthus groeide in totaal met 21 procent naar zo’n 1100 leden.
Kopje onder
Een vereniging die fors moest inleveren is de van oorsprong vrijgemaakt gereformeerde VGS. De enige oorzaak waardoor het totaalaantal nu net als in 2013 rond de 850 zit, is dat vijf bestaande verenigingen zich bij VGS aansloten. Zij behoorden eerder tot Hboloog, een voormalig verband van gereformeerde hbo-verenigingen. De vijf tellen in totaal zo’n 200 leden, die precies het verlies van de andere verenigingen compenseren. Afdelingen leven na de coronacrisis amper of niet op.
VGS verloor tussen 2010 en 2013 ook al 100 leden. In de afgelopen tien jaar gingen twee verenigingen kopje onder, waaronder die in Amsterdam. Tilburg sloot zich aan bij Ichthus. De resterende verenigingen tellen tussen de 20 en 90 leden, op één uitzondering na: Groningen. Die heeft er 186.
„Ons promotiebeleid is eigenlijk altijd gericht op mond-tot-mondreclame. We zien dat dit model niet meer werkt”, verklaart landelijk secretaris Freek Bakker. Volgens hem is VGS hard bezig daar verandering in te brengen. „Een marketingsbedrijf inhuren en beter gebruikmaken van sociale media zoals TikTok of Instagram zijn daar opties voor.”
Loting
Over het ledenverloop van Navigators zijn moeilijk harde beweringen te doen. Omdat Navigators geen landelijke administratie bijhoudt, benaderde het RD alle dertien afdelingen apart. Slechts zeven van hen konden voldoende betrouwbare gegevens over de afgelopen tien jaar aanleveren.
Het gemiddelde ledenaantal per afdeling schommelt door de jaren heen rond de 230. Groei is er zeker niet altijd. Leeuwarden daalt van 72 naar 28. Utrecht telt nu 483 leden, bijna 100 minder dan op het hoogtepunt in 2016. En Wageningen heeft 50 leden minder dan in topjaar 2018.
Tilburg groeit juist flink: van 50 naar 92. Amsterdam laat een corona-effect zien. Het ledental daalt tot 2019, van 240 naar 200, maar komt daarna weer op het oude niveau. Reden voor het bestuur om een loting in te voeren.
Verviervoudiging
Ook Semper Fidelis nam maatregelen omdat het ledental de lucht in schoot: de Goudse studentenvereniging voerde een quotum voor eerstejaars in. Dat moet voorkomen dat nieuwkomers een te dikke vinger in de pap krijgen, legt praeses Wybe Nieuwenhuyzen uit. Op elke twee leden kan zich nu één eerstejaars aansluiten. De vereniging verviervoudigde in tien jaar tijd, van 25 naar 100 (zie ook: ”Groeispurt voor Goudse vereniging”).
Zelfstandige, plaatselijke verenigingen zitten ook in Enschede en Delft. RSK Enschede („een combi van CSFR en Ichthus”) bleef stabiel en schommelt rond de zestig leden. CSR Delft maakte tot 2019 een dip door. Daarna verwelkomde de vereniging weer meer studenten. Inmiddels zijn er 320 leden – het hoogste aantal van het afgelopen decennium.
„Het langetermijneffect van Covid is nog niet duidelijk”, zegt vice-abactis Manasse Heijkoop. „Betekent een sterk gegroeide vereniging automatisch meer bekendheid? Zijn er meer aankomende studenten die straks een tussenjaar nemen, omdat dat financieel weer kan? Of gaan meer studenten op kamers als de basisbeurs terug is?”
Corona-effect
De zes studentenkringen van de Gereformeerde Gemeenten zijn weliswaar geen officiële studentenverenigingen, maar functioneren soms wel min of meer zo. Vox Viva presenteert zich zelfs als „dé christelijke studentenvereniging van Rotterdam”. De GG-kringen kennen geen officieel lidmaatschap, maar kunnen wel iets te zeggen over het bezoekersaantal.
Rotterdam, de grootste kring, rekent zich rijk met zo’n tachtig tot negentig actieve studenten. Na de eerste coronagolf kwamen zo’n twintig studenten meer naar de kringavonden. Ook Utrecht merkt een corona-effect, al lijkt die de trend wel vast te houden. Voor corona kwamen er 20 tot 25 bezoekers, nu zijn dit er zo’n 30. „Studenten hebben meer dan ooit behoefte aan fysiek contact”, ziet Lizelotte Klop van de PR-commissie.
Andere plekken profiteren juist niet van de pandemie. Bij Ede-Wageningen trok een avond tien jaar terug geregeld 60 studenten, vijf jaar geleden 25 en nu nog 15 à 20. Ook Zeeland heeft te maken met krimp: die kring kan rekenen op tien tot vijftien aanwezigen, eerder waren dat er vijftien tot twintig. De kringen in Leiden (vijf à vijftien bezoekers) en Groningen (acht à tien bezoekers) blijven vrij stabiel.