Onderwijs & opvoeding

Reformatorische studentenverenigingen lopen zich warm voor nieuw collegejaar

Leenstelsel. Bindend studieadvies. De tijd van de ‘eeuwige student’ lijkt voorbij. Hoewel studentenvereniging CSFR afgelopen tien jaar van ruwweg groeide van 650 naar zo’n 850 leden, is het de vraag of de 1000 leden ooit worden gehaald. Ook Solidamentum en Depositum Custodi bekijken de gevolgen van de overheidsmaatregelen met argusogen.

Ben Provoost

26 August 2016 20:22Gewijzigd op 16 November 2020 06:00
Solidamentum kring Gouda begon de introductiedag met een zeskamp. beeld RD, Anton Dommerholt
Solidamentum kring Gouda begon de introductiedag met een zeskamp. beeld RD, Anton Dommerholt

Islamitische Staat (IS) is Europa binnengevallen. Nederlandse steden zijn platgebombardeerd. Je ouders zijn omgekomen, zelf ben je naar Syrië gedeporteerd. Aan een IS-universiteit krijg je Koranles en leer je Arabisch. Niets herinnert meer aan vroeger. Zelfs je Nederlandse naam is vervangen door een islamitische equivalent.

Aan het woord is Laurens van der Tang. Als onderdeel van de introductiedag houdt de directeur van it-bedrijf VitalHealth Software dinsdagavond voor de Goudse afdeling van studentenvereniging Solidamentum een lezing over de ”Open vensters van Daniël”. Om je beter in te kunnen leven in Daniël, gebruikt Van der Tang de metafoor van IS.

De „jonge Daniël” is volgens de spreker op z’n 16e naar Babel gedeporteerd. Voordat hij zijn eerste baan kreeg, studeerde de balling drie jaar aan het hof van Nebukadnezar. Al snel stond hij voor een dilemma: wel of geen voedsel van de koning eten. Hoewel sommige Joden wellicht andere keuzes maakten, aarzelde Daniël geen moment en weigerde radicaal het voedsel. Hij wilde niet het risico nemen zich daarmee te verontreinigen.

Doe hetzelfde als Daniël als je studeert in een seculiere omgeving, adviseert Van der Tang. „Beken zo snel mogelijk kleur, daar heb je veel gemak van. Als je het eerste moment voorbij laat gaan, wordt het steeds moeilijker. Bovendien is het je plicht: onchristelijke medestudenten moeten kunnen zien dat je anders in het leven staat.”

Respecteren

„Ik had nooit zo nagedacht over de beproevingen van Daniël”, zegt Sander de Vreugd (22) in de pauze. „Evenmin wist ik dat hij pas op z’n 75e in de leeuwenkuil werd geworpen.” Dat snel kleur bekennen vindt de vierdejaarsstudent uit Katwijk een goed advies. De Vreugd voegt eraan toe dat een goede relatie met medestudenten daarbij helpt. „Ze zullen dan sneller respecteren dat je soms andere keuzes maakt.”

De vertaalslag die Van der Tang maakte, leverde een herkenbaar verhaal op, vindt Annebeth Boon (20). Twee jaar geleden begon ze met een studie pedagogiek aan de Haagse Hogeschool. „Toen ik op de eerste dag wilde bidden voor mijn eten, vroegen ze of ik christen was. Vervolgens verontschuldigden ze zich vaak als ze eens vloekten.” Boon had ook boeddhisten en moslims als studiegenoot. „Een keer ging het over de Zoon van God. Ik heb toen uit mijn tas een Bijbel gepakt en in de klas daarover voorgelezen. Niemand vond dat raar.”

Franciscus van Assisi

Na de pauze buigen de studenten van Solidamentum zich in achttallen over vragen en stellingen. Een groep houdt zich bezig met de vraag of je wel of niet moet studeren aan een seculiere instelling. „Als reformatorisch christen heb je het soms moeilijker aan een christelijke hogeschool dan aan een seculiere hogeschool”, vindt iemand. „Zie in discussies met evangelische christenen over leerverschillen maar eens standvastig te blijven.” Een student zegt: „Op de universiteit vroeg iemand me of ik geloofde dat hij naar de hel ging.” Een andere student: „Van mij wilden studiegenoten weten hoe ik over homo’s dacht.”

Een andere groep denkt na over hoe je als christen in positieve zin kunt opvallen. Ze zijn er snel uit dat christen-zijn uit meer moet blijken dan alleen uit de „standaarddingen” zoals bidden voor je eten en er iets van zeggen als je hoort vloeken. Het gaat om de liefde, zegt Van der Tang tijdens de plenaire bespreking. „Wees niet alleen recht in de leer. Bekommer je ook om anderen en toon oprechte belangstelling voor hun problemen. Ik vind het prachtig wat Franciscus van Assisi hierover ooit zei: Verkondig het Evangelie, desnoods met woorden.”

Om exact tien uur hamert voorzitter Karel de Korte af. De studenten hebben er dan al een lange dag op zitten. De middag begon informeel met een zeskamp in een park in de stad. Aansluitend aten ze met elkaar een hapje in een bijzaal van het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Nederland (Stationsplein). Ook Ede en Zwolle, de twee andere kringen van Solidamentum, hadden afgelopen week hun introductiedag.

Vrouwelijke secretaris

De grootste verandering binnen Solidamentum de afgelopen jaren was de fusie in 2014 tussen Barneveld, Rhenen en Ede-Wageningen, zegt landelijk voorzitter Hendrik van den Bosch. Uit die drie kringen ontstond Ede. Volgens de laatste officiële cijfers, december 2015, telt Ede 74 leden. Dat is ongeveer evenveel als Gouda, maar bijna drie keer zo groot als Zwolle. „Kring Zwolle bestaat sinds 2008”, zegt Van den Bosch. „Enkele leden namen destijds hiertoe het initiatief. Die kring handhaaft zich niet zonder moeite.”

De ledenvergadering voerde afgelopen voorjaarsvergadering een andere nieuwigheid door: het toelaten van vrouwen tot de functie van secretaris binnen het bestuur. De discussie speelt al jaren, weet de landelijk voorzitter. „Recent werd de kwestie weer actueel toen het lastig bleek voldoende mannen te vinden voor een bestuur. De vergadering stemde unaniem in met wijziging van de statuten.” Tot dusver is het nog wachten op de eerste vrouwelijke secretaris.

De functies van voorzitter en tweede voorzitter blijven voorbehouden aan mannen. Van den Bosch: „De achterliggende gedachte hierbij is dat een man een officiële vergadering behoort te leiden. Deze rol voor de man vinden we ook terug in de Bijbel.”

Komend jaar start Solidamentum met landelijke studiekringen. Ook dat is nieuw, want tot dusver kende de vereniging alleen lokale studiekringen. „We willen hiermee de contacten tussen de drie plaatselijke kringen bevorderen”, legt Van den Bosch uit.

Per september afgelopen jaar werd de basisbeurs voor studenten vervangen door een leenstelsel. Van gevolgen daarvan voor Solidamentum heeft de voorzitter niets gemerkt. „We houden het wel in de gaten, maar het is nu nog te vroeg om conclusies te trekken. Onze vereniging heeft altijd al moeite gehad om kringbesturen te vormen. Dat staat los van de invoering van het leenstelsel.”

Het jaarthema ”Een vreemdeling” werkt Solidamentum traditiegetrouw uit in onder meer lezingen. Een andere constante is dat Solidamentum zich richt op wo-, hbo- en mbo-studenten uit de rechterkant van de gereformeerde gezindte. „De helft van onze leden komt de uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland”, zegt Van den Bosch. „Ook nodigen we alleen sprekers uit die lid zijn van behoudende kerken. Behalve wat kleine wijzigingen verandert er binnen onze vereniging niet zo veel. Soli blijft Soli.”

Naamsbekendheid

De CSFR heeft als jaarthema ”Christelijke karaktervorming”, hoewel iedere afdeling (dispuut) daarnaast een eigen jaarthema heeft. „De disputen worden steeds zelfstandiger”, zegt de landelijke preses (voorzitter) Fenneke Mussche (22). „Plaatselijke disputen organiseren nu van alles. Elke afdeling heeft ook haar eigen kleur en gezicht. Ik zit op het Groningse Yir’at ’Adonay. Wij hechten aan hiërarchie. Als eerstejaars moet

je echt je plekje verdienen. Daarbij hoort een pittige ontgroening. CSFR Amsterdam staat weer bekend om zijn studiekarakter. Dat dispuut heeft vaak hele goede lezingen.”

Het ledenaantal van de CSFR groeide afgelopen decennium flink, van ruwweg 650 tot een slordige 850, een stijging van 30 procent. De studentenvereniging heeft inmiddels een grote naamsbekendheid, verklaart Mussche. „Veel leden hebben ouders of zelfs grootouders die ook op de CSFR hebben gezeten. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat we komend najaar 65 jaar bestaan.”

Negendejaarsstudent

Of de groei doorzet is een spannende vraag, vindt de landelijke preses. „Studenten moeten veel harder werken voor hun studie nu het leenstelsel is ingevoerd en vrijwel elke universiteit een bindend studieadvies hanteert. In tegenstelling tot vijf jaar geleden kom ik geen negendejaarsstudenten meer tegen. Ook duren borrels minder lang. Verder wordt nu al duidelijk dat veel meer studenten thuis blijven wonen. Leden die zich met hart en ziel voor de CSFR willen inzetten, worden schaarser. Mensen zeggen sneller verenigingsavonden af. Als landelijk bestuur volgen we de ontwikkelingen nauwlettend. Dit najaar inventariseren we wat de disputen merken van de invoering van het leenstelsel.”

Als blijkt dat minder mensen zich aansluiten bij een studentenvereniging, zou Mussche dat een verarming vinden. „Een studentenvereniging is vrijwel onmisbaar als je in de seculiere stad waar je studeert een christelijk netwerk wilt opbouwen. Verder is een studentenvereniging goed voor een brede academische scholing, omdat je over elkaars vakgebied discussieert. De CSFR doet dat bovendien vanuit reformatorische beginselen. Dat draagt wezenlijk bij aan iemands christelijke vorming.”

Studiekarakter

De in Utrecht gevestigde studentenvereniging Depositum Custodi (DC) telde aan het eind van afgelopen studiejaar 91 leden.

Ten opzichte van tien jaar geleden is dat min of meer stabiel, maar vergeleken met drie jaar geleden (111 leden) is het juist een forse daling. Volgens preses Marnix Oussoren komt de krimp hoofdzakelijk doordat twee grote jaargroepen vanwege afstuderen kort na elkaar de vereniging verlieten.

Deels zoekt Oussoren de afname van het ledenaantal in de nieuwe maatregelen rondom studiefinanciering. „Vorig jaar hadden we best veel aspirant-leden. Toch haakten er daarvan uiteindelijk nog best wat af omdat ze het moeilijk konden combineren met hun studie.” Oussoren weet nog niet hoeveel nieuwe aspirant-leden DC dit jaar kan verwelkomen. „Volgende week weten we meer. Donderdag houdt onze vereniging haar introductiedag voor nieuwe leden.”

Ook op andere fronten kampt de vereniging mogelijk met de eerste gevolgen van de invoering van het leenstelsel. Oussoren: „Het wordt lastiger om commissies te bemensen. We wachten nu af wat de komende jaren ons brengen. Als bestuur vinden we het belangrijk dat in elk geval het studiekarakter van onze vereniging in stand blijft. En natuurlijk hopen we dat het ledenbestand snel stabiliseert.”

Aalderskring

De oprichters van DC kwamen oorspronkelijk uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, zegt de landelijke preses. „Al snel kwamen daar gelijkgezinden uit andere kerkverbanden bij.” Nu komt zo’n 80 procent van de DC-leden uit de Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) of de Hersteld Hervormde Kerk.

Het jaarthema van DC is ”Harmonie”. Prof. dr. ir. C. Vuik verzorgt op 8 september de eerste lezing over ”De volmaakte schepping”. Prof. dr. J. Hoek sluit in juni de cyclus af door te spreken over een ”Glorieuze toekomst”. Naast de verplichte kring, waarop Calvijns Institutie wordt bestudeerd, zijn er extra studiekringen, onder anderen over dr. W. Aalders en Jonathan Edwards. Oussoren: „Het is sinds enkele jaren de norm om zo’n kring te volgen, tenzij dat om studieredenen niet mogelijk is.”

DC werd in 1986 opgericht uit onvrede over de koers van sommige CSFR-disputen. Anno 2016 staan de verenigingen allesbehalve met de ruggen naar elkaar. „We hebben goede contacten met een paar CSFR-besturen”, zegt Oussoren. „Elk jaar houden we een overlegvergadering. Verder bezoeken we elkaars lezingen en gaan langs als er weer eens een dispuut zo veel jaar

bestaat.”


„Mijn naam is Robin van Genderen. Ik ben 18 jaar en woon in Sliedrecht. Afgelopen jaar heb ik vwo-examen gedaan op locatie Guido de Brès van het Wartburg College in Rotterdam.

Na de zomer hoop ik bestuurskunde te gaan studeren aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Het alternatief was bedrijfskunde, maar de commerciële kant daarvan trok me minder. Ik heb er echt zin in, want ik houd van leren. De diversiteit van de universiteit spreekt me aan en ik zie uit naar discussies in de werkgroepen met seculiere en andersgelovige studenten.

Ik word lid van CSFR-dispuut Ichthus in Rotterdam. Een christelijke studen-tenvereniging is een mooie tegenhanger van de niet-christelijke universiteit.

Ik vind het belangrijk om ook contacten te hebben met studenten die hetzelfde geloven als ik. Afgelopen week had ik introductieweek. Je maakt dan kennis met allerlei facetten van de ver-eniging. Het studiekarakter is kenmerkend voor de CSFR, maar ook het studentikoze. Zo gaat een maaltijd er heel officieel aan toe met allerlei soorten gebruiken.

Voorlopig blijf ik thuis wonen, dat is goed voor de portemonnee. Ik vind het ook wel prima, want Sliedrecht-Rotterdam is goed te bereizen en er verandert al zo veel. Bovendien hoef ik niet elke dag naar de universiteit.”


„Ik heet Dirk den Hoedt, ben 17 jaar en woon in Hendrik-Ido-Ambacht. Na de zomer hoop ik technische informatica te gaan studeren aan de Technische Universiteit Delft. Voor mij is dit een logische stap na mijn vwo aan het Wartburg College, waar ik vooral exacte vakken had.

Ik heb een zware studie gekozen, dus ik zal hard moeten werken. Ik ben in elk geval gemotiveerd.

Vrienden maken op de universiteit zal niet zo makkelijk zijn. Vergeleken met de middelbare school trek je veel minder intensief met anderen op. In projectgroepen heb je natuurlijk wel meer contact met medestudenten, maar ik verwacht dat de gesprekken vooral over de studie zullen gaan.

Om christelijke medestudenten te ontmoeten, sluit ik me aan bij Solidamentum in Gouda. Diverse leeftijdsgenoten van mijn kerk in Hendrik-Ido-Ambacht, de gereformeerde gemeente in Nederland, zijn er al lid van. Zo’n vereniging helpt ook om bij je principes te blijven. Je leert op Solidamentum ook van anderen hoe ze omgaan met het staan in een seculiere wereld.

Het kost me een uur en tien minuten om in Delft te komen. Misschien ga ik ooit op kamers, maar het is erg duur. Ik heb geen zin om me flink in de schulden te steken.”


„Ik heet Arie Benschop, kom uit Leerbroek en ben 18 jaar. Twee jaar geleden slaagde ik op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem voor mijn vmbo-examen, maar kon toen alleen op het hbo een geschikte vervolgopleiding vinden. Daarom heb ik er nog twee jaar havo aan vastgeplakt.

Op 5 september start mijn studie rechten aan de Hogeschool Utrecht. De stad ken ik redelijk, want mijn moeder woonde er vroeger. Het is voor mij ook redelijk dichtbij: een uurtje reizen van deur tot deur.

Ik ben thuis de eerste die gaat studeren, weet dus ook nog niet helemaal wat ik ervan kan verwachten. Veel mensen zeggen dat het de leukste tijd van je leven is. Planning en discipline zijn belangrijk, denk ik. Het aantrekkelijke van rechten is dat het een brede opleiding is. Ik denk erover om hierna naar de universiteit te gaan voor een master politicologie.

Op het hbo zul je soms worden bevraagd op je geloof. Net zo belangrijk als je intellectueel verdedigen, is uitstralen wát je gelooft. Dat is de beste reclame voor Christus.

Op advies van mijn twee nichten sluit ik me aan bij studentenvereniging Depositum Custodi. Zij zitten daar op, dus ik kan het eigenlijk niet maken lid te worden van een andere vereniging, haha.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer