VS en EU ijveren voor gedragscode AI-bedrijven
De Verenigde Staten en Europese Unie moeten er bij techbedrijven op aandringen dat ze een gedragscode over kunstmatige intelligentie (AI) gaan volgen, zei Eurocommissaris Margrethe Vestager. De EU werkt weliswaar aan wetgeving die de risico’s van baanbrekende technologie moet beperken. Maar de ontwikkelingen gaan zo snel dat bedrijven als OpenAI, Google en Microsoft zichzelf al zouden moeten reguleren om schadelijke maatschappelijke gevolgen van AI tegen te gaan.
„Op zijn vroegst gaat het pas over tweeënhalf tot drie jaar in. Dat is natuurlijk veel te laat”, verwees Vestager naar de in de maak zijnde Europese AI-wetten. De Deense, die over digitalisering in de EU gaat, denkt dat een conceptversie van de vrijwillige gedragscode voor AI-bedrijven „binnen enkele weken” klaar kan zijn. De EU en de VS werken samen aan die eerste versie, zei Vestager
De twee machtsblokken hielden in Zweden hun terugkerende overleg over onder andere handel en technologische kwesties. Kunstmatige intelligentie stond daarbij hoog op de agenda. De Amerikaanse buitenlandminister Antony Blinken zei dat overheden de „gigantische urgentie” voelen om in actie te komen op het vlak van AI.
Onlangs zei Eurocommissaris voor industrie Thierry Breton dat het dagelijks bestuur van de EU werkt aan een AI-akkoord met Alphabet, het moederbedrijf van Google. Dat akkoord moet voorkomen dat de technologie ontspoort zolang de Europese regels nog in de maak zijn.
De laatste maanden presenteren techbedrijven steeds geavanceerdere AI-platforms, aangejaagd door de introductie van chatbot ChatGPT en het achterliggende taalmodel GPT van OpenAI. Het chatprogramma is in staat om op basis van enkele aanwijzingen complete teksten te schrijven die amper te onderscheiden zijn van mensenwerk. Microsoft lift mee op dat succes met miljardeninvesteringen in OpenAI en ondertussen komt Google met zijn eigen tegenhangers.
De AI-technologie kan veel werk vergemakkelijken en versnellen, maar baart ook veel zorgen. Zo zouden chatbots de verspreiding van desinformatie kunnen versnellen. Ook zijn er zorgen over „intelligente machines” die voor zichzelf zouden kunnen gaan denken en zo de mens verdringen.