EU: leiders Servië en Kosovo moeten geweld bezweren
De leiders van Servië en Kosovo moeten een eind maken aan het geweld in Noord-Kosovo, waarschuwt de Europese Unie. De onlusten, waarbij ook vredesmilitairen van de NAVO gewond zijn geraakt, zijn „absoluut onacceptabel”, zegt buitenlandchef Josep Borrell. Hij ziet een „heel gevaarlijke situatie” ontstaan.
Borrell heeft de Servische president en de Kosovaarse premier op het opgelaaide geweld aangesproken. Ze moeten „dringend maatregelen nemen om te de-escaleren, onmiddellijk en onvoorwaardelijk”. De hoogste diplomaat van de EU eist „als eerste stap” dat Kosovo stopt met de politieactie in het vooral door Serviërs bewoonde noorden en dat Servische relschoppers inbinden.
De EU belegt topoverleg met de beide kampen, zegt Borrell. Hij hoopt „dat er naar mijn stem wordt geluisterd”, want Europa kan zich volgens hem niet nog een conflict veroorloven.
Rusland heeft het Westen opgeroepen te stoppen met „misleidende propaganda”. Volgens het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken krijgen „wanhopige Serviërs” de schuld van incidenten in Kosovo, dat zich in 2008 van Servië afscheidde, terwijl zij „vreedzaam en zonder wapens hun legitieme rechten en vrijheid proberen te verdedigen”. Rusland, dat goede banden met Servië heeft, erkent het land Kosovo niet.
De huidige onrust is te herleiden naar de verkiezingen van vorige maand in Noord-Kosovo. Die werden door de Servische gemeenschap geboycot. Etnische Albanezen vormen een meerderheid in Kosovo, maar niet in het noorden. De verkiezingsopkomst was extreem laag en tot groot ongenoegen van de Serviërs werden etnische Albanezen tot burgemeester gekozen. Volgens Rusland „is het niet te laat om het verhaal van deze neppe gemeenteraadsverkiezingen in te trekken”.