NAVO-soldaten gewond na clash met Servische demonstranten Kosovo
Vredeshandhavers onder leiding van de NAVO hebben maandag Servische demonstranten uiteengedreven die in het noorden van Kosovo opnieuw met de politie in conflict waren geraakt. Daarbij raakten 25 soldaten uit Hongarije en Italië gewond, meldt de door de NAVO aangestuurde Kosovo Force (KFOR). Het betrof onder meer botbreuken en brandwonden. Die laatste werden veroorzaakt door de brandbommen die de demonstranten gooiden.
De Servische demonstranten eisten in de Kosovaarse stad Zvecan dat de onlangs gekozen etnisch Albanese burgemeesters worden verwijderd, omdat ze die niet als hun echte vertegenwoordigers beschouwen. De Serviërs in Kosovo hadden de verkiezingen van vorige maand in de noordelijke steden geboycot. Daardoor kregen etnische Albanezen de controle over de lokale raden, ondanks een minuscule opkomst van nog geen 3,5 procent van het electoraat.
De Kosovaarse premier Albin Kurti heeft de burgemeesters vorige week officieel geïnstalleerd. Daarmee negeerden ze oproepen van onder meer de Europese Unie en de Verenigde Staten om dit niet te doen, teneinde oplopende spanningen te verminderen. De EU en VS staan sinds 2008 beide achter de onafhankelijkheid van Kosovo van Servië. De meeste Serviërs in het noorden van Kosovo vinden echter dat dat gebied bij Servië hoort.
Maandag vroeg verzamelden groepen Serviërs zich voor het gemeentegebouw in Zvecan, dat ze vervolgens probeerden binnen te dringen. Behalve de verwijdering van de burgemeesters eisten ze ook de terugtrekking van de Kosovaarse politie, wier aanwezigheid in het noorden van Kosovo al langer verzet oproept.