Smerige handen voor een schone school
Geen snoep-papiertje ligt er meer op het schoolplein. En een jas of gymtas onder de kapstok? Vergeet het maar. Leerlingen en personeelsleden van de Eben-Haëzerschool in Oldebroek doen hun uiterste best alles zo netjes mogelijk te houden. „Wij willen de schoonste school van Nederland zijn.”
Ruim 500 basisscholen schreven zich vorig jaar juli in voor de wedstrijd ”Schoonste School van Nederland”. Het doel? Geen zwerfafval op het schoolplein en geen rommel in de gang of in het klaslokaal. De Oldebroekers zijn met vier andere basisscholen genomineerd voor de titel. Het voortgezet onderwijs heeft zijn eigen wedstrijd. Stichting Nederland Schoon maakt dinsdagmiddag de winnaars bekend.
Waarom zijn school meedoet aan de wedstrijd, kan directeur H. ten Hoor eenvoudig uitleggen. „Ik heb altijd al een opruimtic gehad. Opruimen en opvoeden horen bij elkaar. Je wijst kinderen erop dat ze niet alleen voor zichzelf leven, maar ook aan de ander moeten denken. Als zij het wikkeltje van een Mars op straat gooien, wie ruimt het dan op? Dat papiertje loopt echt niet zelf naar de prullenbak. Vandaar dat ik deze wedstrijd met beide handen aangrijp om de leerlingen daarop te wijzen. We willen toch een beschaafd Nederland? Daar hoort ook een schone school bij.”
Het enthousiasme van de directeur werkt aanstekelijk op de leerlingen. De pauze is nog maar net begonnen of de eerste kinderen melden zich bij Ten Hoor. „Meester, mogen Rens en ik schoonmaken?” De scholieren zijn amper de deur uit of een paar anderen steken hun hoofd om het hoekje van de deur. „Moeten wij ook troep opruimen?” Ten Hoor: „Zo gaat het elke dag. Iedereen is heel serieus met de wedstrijd bezig.”
De directeur moet nog lachen om een leerling uit groep 8 van wie een snoeppapiertje op het plein terechtkwam. Een ander kind reageerde direct. „Dát heeft meester Ten Hoor gezien.” De directeur: „Ik wist van niets, maar de dader kwam huilend aan mijn bureau vertellen dat hij het niet expres deed.”
Op school is iedereen enthousiast over de schoonmaakactie. Buurtbewoners steken hun bewondering niet onder stoelen of banken. Conciërge F. van Asselt: „Mensen die hun hond uitlaten, komen even een praatje maken en vragen belangstellend of we nog steeds in de race zijn voor de schoonste school.”
De conciërge begint iedere werkdag steevast met een rondje over het schoolplein om het ergste vuil op te rapen. „Onze school staat vlak bij een sporthal en achter de school ligt een fietspad. In de avonduren kunnen mensen ongezien allerlei troep op het plein gooien.”
Van Asselt heeft niet te klagen over gebrek aan medewerking om de rommel op te ruimen. De leerlingen doen volgens een vast rooster dapper mee. Ten Hoor: „We werken met verschillende schoonmaakgroepen. Een klas houdt de boel in de school in de gaten, een andere groep struint het plein af op zoek naar zwerfafval en weer een andere club ruimt tot 250 meter buiten het schoolplein de rommel op. Ook dat hoort bij de uitstraling die je als schone school wilt hebben.”
De afgelopen twee weken bracht een groepje inspecteurs van Stichting Nederland Schoon regelmatig een bezoek aan de school. Onaangekondigd en zonder zich bij aankomst te melden. De directeur: „Zo’n inspectie is echt een bloedserieuze zaak. Ze sloegen geen hoekje over.”
Ook al krijgt de Eben-Haëzerschool dinsdag niet het felbegeerde predikaat, dan nog is de wedstrijd voor de Oldebroekers een succes, vindt de schoolleider. „We zijn hoe dan ook een schone school. Dat doel hebben we al bereikt. Natuurlijk zou het leuk zijn als we wonnen. Het prijzengeld van 5000 euro is ook niet verkeerd.”
De leerlingen denken daar anders over. Ze klampen de directeur op het schoolplein ogenblikkelijk aan. „Zijn de inspecteurs al geweest? We willen wel iets winnen.” Wat de kinderen allemaal al buiten het hek gevonden hebben? „Bierflesjes, een Tango-pasje, een pannendeksel en aanstekers met gekke plaatjes erop.” „Nee”, gilt iedereen als de directeur vraagt of ze de schoonmaakactie niet overdreven vinden. Eén jongen heeft kritiek: „Je krijgt er soms smerige handen van.”