Griekse regeringspartij wint verkiezingen, maar geen meerderheid
De conservatieve partij van de zittende premier Kyriakos Mitsotakis blijft de grootste in Griekenland, waar zondag parlementsverkiezingen zijn gehouden. Mitsotakis’ partij Nieuwe Democratie, die vier jaar aan de macht is, staat met meer dan de helft van de stemmen geteld op 40,1 procent van de stemmen en kan volgens Griekse media niet meer worden ingehaald. De linkse partij Syriza van oud-premier Alexis Tsipras volgt in deze tussenstand met 20,1 procent.
Mitsotakis had gehoopt weer een absolute meerderheid te behalen om zonder coalitiepartner te kunnen regeren. Dat lijkt er echter voor beide partijen niet in te zitten.
In Griekenland worden door een nieuwe wet na deze verkiezingen de zetels evenredig verdeeld. Eerder kreeg de grootste partij nog een bonus van vijftig zetels. Daardoor kon de winnende partij vaak alleen regeren.
Als leider van de grootste partij heeft Mitsotakis nu negen dagen om een coalitie te vormen. Lukt dat niet, dan volgt in juli een tweede stemronde. In die ronde krijgt de grootste partij wel een bonus van minstens twintig zetels, die kan oplopen tot vijftig. Er zijn in totaal driehonderd zetels in het Griekse parlement.
Een groot deel van Mitsotakis’ populariteit wordt toegeschreven aan de economische groei van de laatste jaren, al is de werkloosheid in Griekenland nog altijd hoog, vooral onder jongeren. Rivaal Tsipras bekritiseert de premier met onder meer het argument dat de economische groei niet evenredig over de bevolking wordt verdeeld.
De afgelopen vier jaar waren er ook roerige periodes voor de regering. Er was bijvoorbeeld een afluisterschandaal dat leidde tot een motie van wantrouwen tegen Mitsotakis. De stemming over deze motie overleefde hij, omdat zijn partij een meerderheid heeft in het parlement. De oppositie heeft ook veel kritiek op hem vanwege het strenge vluchtelingenbeleid. Volgens mensenrechtenorganisaties stuurt de Griekse grenswacht veel migranten illegaal terug naar Turkije.
Mitsotakis kreeg in februari en maart te maken met grote protesten na de treinramp waarbij 57 mensen om het leven kwamen. Demonstranten verwijten de regering het gebrekkige onderhoud van de spoorwegen waardoor het ongeluk kon plaatsvinden. Spoorwegpersoneel staakte wekenlang.