Chemotherapie lijkt niet langer nodig bij chronische leukemie
Onderzoekers hebben een nieuwe behandeling ontdekt voor de meest voorkomende vorm van bloedkanker. Deze maakt chemotherapie mogelijk overbodig en zorgt voor minder bijwerkingen.
Jaarlijks krijgen zo’n duizend Nederlanders de diagnose chronische lymfatische leukemie (CLL). Dit is de meest voorkomende kanker van de witte bloedcellen, maar minder bekend dan acute leukemie, waaraan patiënten vaak snel overlijden. Chronische leukemie ontwikkelt zich langzaam en leidt tot vergrote lymfeklieren en uiteindelijk beenmergfalen. Ook hebben deze patiënten een sterk verhoogd risico op infecties.
Wetenschappers uit Nederland, Duitsland en Denemarken wilden weten wat de beste behandeling voor deze patiënten is. Is dat chemotherapie, een behandeling die het immuunsysteem nagenoeg platlegt? Of zijn er goede alternatieven?
Om die vraag te kunnen beantwoorden, lieten ze ruim 900 patiënten vier verschillende behandelingen ondergaan: chemotherapie of combinaties van zeer specifieke medicijnen. Vooral een middel met de naam venetoclax vonden de wetenschappers interessant. Dit middel zorgt ervoor dat aangetaste witte bloedcellen eerder sterven.
Ziektevrij
Wat bleek? Patiënten die venetoclax kregen in combinatie met zogenaamde monoklonale antilichamen, bleven langer ziektevrij dan patiënten met de gebruikelijke behandeling, chemotherapie en antilichamen. Terwijl zo’n 90 procent van de patiënten in de groep met venetoclax drie jaar na de kuur nog ziektevrij was, gold dit voor 75 procent van de patiënten met chemotherapie. Anders gezegd: na een kuur met venetoclax keert de ziekte minder snel terug dan na chemotherapie.
Het verschil was nog groter, zo’n 20 procent, in een subgroep patiënten met een ernstige vorm van de leukemie, zo blijkt uit de publicatie die deze donderdag verscheen in het gerenommeerde vakblad The New England Journal of Medicine.
Of de behandeling met venetoclax ook zorgt voor een langere overleving, kan het onderzoek nu nog niet aantonen. „Maar ik zou het wel verwachten”, zegt hematoloog prof. Arnon Kater van het Amsterdam UMC, een van de coördinatoren van de studie. Hij zou patiënten graag langer volgen, maar daarvoor ontbreekt op dit moment het geld en de mankracht. Kater hoopt dat zorgverzekeraars bereid zijn geld beschikbaar te stellen voor vervolgonderzoek, en dat een organisatie als het Integraal Kankercentrum Nederland het werk wil oppakken.
Kantelpunt
De uitkomsten van het onderzoek betekenen een kantelpunt in de behandeling van chronische lymfatische leukemie, stelt Kater. Verschillende Europese landen hebben hun richtlijnen inmiddels aangepast, terwijl de inkt van de publicatie nog nauwelijks droog is. Nederland niet. „Wij zijn conservatiever en veranderen richtlijnen niet zo snel”, verklaart de hoogleraar. „Ook is Nederland voorzichtig omdat de nieuwe middelen waarschijnlijk duurder zijn dan chemotherapie.”
Groot voordeel van venetoclax is volgens Kater dat het medicijn de gezonde cellen van de patiënt spaart, in tegenstelling tot chemotherapie. „Die maakt iemand tijdelijk een soort hiv-patiënt. Ook wordt chemotherapie na de eerste kuur snel minder effectief, doordat cellen muteren. Omdat we die mutaties bij Venetoclax niet zien, verwacht ik dat we dit middel vaker succesvol kunnen toedienen.”
Kater is trots op het onderzoek waaraan hij heeft meegewerkt. „Dit is de grootste studie die ooit naar chronische lymfatische leukemie is gedaan. Het is ook voor het eerst dat we in Europa zo’n grote samenwerking tussen verschillende landen hebben gerealiseerd. Daarnaast is dit geen onderzoek van de farmaceutische industrie, maar hebben we het zelf uitgevoerd. Daardoor hebben we ook combinaties kunnen testen die de farma minder opleveren.”
Lees ook:
Doelgerichte therapie voor leukemie (Reformatorisch Dagblad, 05-07-2014)