Inzameling voor gammele olietanker Jemen levert weer te weinig op
Een inzamelingsactie van Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Naties om ruim een miljoen vaten ruwe olie uit een olietanker in de Rode Zee bij Jemen te bergen, heeft te weinig opgeleverd om de kosten te kunnen dekken. Er is nog altijd een gat van 19 miljoen dollar (ruim 17 miljoen euro), zeggen de Verenigde Naties. Minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) roept landen op om snel meer geld bij te dragen.
De olietanker Safer verkeert in slechte staat doordat er al sinds 2015 niets aan is gedaan. Het schip kan ieder moment ontploffen of gaan lekken. Er werd een plan gemaakt om met hulp van het Nederlandse bedrijf Smit Salvage de olie over te pompen naar een ander schip dat de VN daarvoor voor 55 miljoen dollar heeft aangekocht.
De operatie zou alles bij elkaar zo’n 129 miljoen dollar kosten. Dat is een stuk minder dan de 18 miljard die het opruimen van een olielek volgens de organisatie kost, plus nog eens miljarden schade voor de internationale handel die verstoord zou raken.
Ruim twintig landen en particuliere donateurs hadden al zo’n 100 miljoen dollar (90 miljoen euro) toegezegd. De VN zei snel de overige 29 miljoen dollar te willen ophalen om te kunnen beginnen met het overpompen. Volgens de VN kan er nu een begin gemaakt worden, maar is ook de laatste 19 miljoen echt nodig om de operatie af te kunnen ronden.
„De internationale gemeenschap heeft een unieke kans om een ramp af te wenden”, zegt Schreinemacher in een verklaring. Ze roept samen met de Britse minister Andrew Mitchell op ook het laatste deel van de rekening op te brengen, „om mensen en de planeet te beschermen”.