Uitbrander voor Europese Commissie om smoezen met tabakslobby
De Europese Commissie is niet openhartig genoeg over haar contacten met de tabakslobby, vindt de Europese Ombudsman. De commissie bezondigt zich aan „wanbestuur”, is het voorlopige oordeel van ombudsman Emily O’Reilly. Ze wil binnen drie maanden tekst en uitleg.
Het dagelijks bestuur van de Europese Unie is sinds 2016 niets opgeschoten, constateert O’Reilly. De ombudsman oordeelde toen ook al scherp over de omgang met lobbyisten van de tabaksindustrie. Ze vroeg destijds om een voorbeeld te nemen aan het departement volksgezondheid. Dat brengt ontmoetingen met vertegenwoordigers van de tabaksindustrie allemaal naar buiten, ook van lagere ambtenaren.
Maar bij bijvoorbeeld de afdelingen belastingen en handel gebeurde dat ook in 2020 en 2021 nog niet. Van een aantal gesprekken zijn geen notulen gemaakt en er is verzuimd om steeds na te gaan of het contact wel echt nodig was.
Zo kunnen burgers er niet gerust op zijn dat de commissie aanvallen op het Europese antirookbeleid afslaat, stelt O’Reilly. Ze wijst erop dat de commissie een verdrag heeft ondertekend dat verplicht om zo min mogelijk contact te onderhouden met de tabakslobby, en als dat dan toch gebeurt daarover in ieder geval openheid te geven.
De ombudsman, die geen straffen kan opleggen maar wel groot gezag heeft, wil medio juli antwoord van de commissie.
Voor buitensporige lobbypraktijken is in Brussel weer veel aandacht sinds de onthullingen over omkoping van Europarlementariërs door Qatar en Marokko en over door anderen betaalde reizen van topambtenaren.