Paleis Het Loo nu ook ondergronds
Het is heel anders, en toch past het bij wat er al was. Paleis Het Loo is uitgebreid met een ondergrondse ruimte. Met eenzelfde grandeur als het vorstelijke onderkomen boven de grond.
Direct al achter het hek zijn er glazen doorkijkpunten in het plaveisel. Je kijkt er dwars door het plein naar beneden.
Oud en nieuw komen bij elkaar bij de ingangen in de twee zijvleugels: direct achter de oude deur volgt een hypermoderne schuifdeur. Daarachter is alles Spaans natuursteen: de brede trappen, de weidse vloeren, de gladde muren, de hoge plafonds. De zon schijnt door de glazen gedeelten van het dak en toont de golfjes in de vijver die in het voorplein is aangelegd. Wie er onderdoor loopt, krijgt steeds een glimp van het paleis te zien.
Met de voltooiing van het ondergrondse gedeelte is de restauratie van het eeuwenoude gebouw na vijf jaar voltooid. Volgende week vrijdag komt koning Willem-Alexander het huis van zijn voorgeslacht heropenen.Het Loo, eind 17e eeuw gebouwd als buitenverblijf van stadhouder Willem III, is in de jaren 1977-1984 in oude luister hersteld. Daarbij werd heel veel asbest aangebracht. En dus was er nu heel veel asbest weg te halen; wel 4300 vierkante meter.
Het paleis werd verduurzaamd. Er branden nu bijvoorbeeld 784 LED-lampjes. Tegelijk werd een oplossing gezocht voor de bezoekersaantallen –veel hoger dan vroeger ingeschat– en de wens om meer voorwerpen te laten zien én meer aan educatie te kunnen doen. Om het monument niet aan te tasten, moest die oplossing onder de grond worden gerealiseerd. De ruimte is er ruim 5000 vierkante meter groot.
Menselijke kant
Daar beneden is het heel anders geworden dan in het paleis, en soms toch ook weer niet. Er is een centrale as met aan weerszijden kamers; net als boven. Alles is symmetrisch ingedeeld; net als in het paleis zelf.
Zo smal als het boven in Het Loo soms kan zijn, zo groots is alles ondergronds. Links van de hal is er tweemaal per jaar een tijdelijke tentoonstelling. ”Meesterwerk”, heet de eerste, en hij laat het bouwproces van de achterliggende jaren zien. Posters verklappen de thema’s van de volgende exposities alvast: Tronen, Bloemen, Thuis.
De vloer bestaat uit hergebruikt hout, afkomstig van de eiken in het paleispark die omver moesten omdat het niet langer veilig was ze te laten staan. In een groot kunstwerk –met vogelgefluit en de geur van oranjebloesem– is overgeschoten behang verwerkt.
Rechts van de hal is een permanente expositie over de Oranjes te bezichtigen. Die beperkt zich niet meer tot de bewoners van Paleis Het Loo, maar begint al bij Willem van Oranje in de 16e eeuw. „We laten de menselijke kant van de vorsten zien: leven en dood, publiek en privé”, zegt dr. Annette de Vries, hoofd kennis & collectie.
Hugenotenkruisje
Dat gebeurt met veel beeld en veel citaten. En zo kwam het met grote letters op de muur te staan: „Ik zal met hem trouwen, al ziet hij eruit als een aap.” Een uitspraak van Anna van Hannover, en ze werd de vrouw van prins Willem IV.
Naast huwelijken met weinig of geen liefde was er nog wel meer wat niet mooi was, en het paleis gaat daarvoor uitdrukkelijk niet opzij. Het koloniale verleden. Het slavernijverleden ook. Discussies over de monarchie, over het gedrag van prins Bernhard, over sluiting van de Kroondomeinen.
Maar er is ook een gangetje met foto’s van prinsjes en prinsesjes in de schoolbanken. Een gangetje over de eedsaflegging, met foto’s rechts, en links met grote letters de eed op de muur. Het personeel krijgt aandacht. En de koninklijke onderscheidingen. Het gaat over inhuldigingen, huwelijken, begrafenissen. Langs het hugenotenkruisje dat koningin Wilhelmina altijd droeg, gaat het naar foto’s van de troonsafstand van de Oranjevorsten.
Intussen is er door de ramen soms een glimp op te vangen van de tuin. Want wie dit allemaal gezien heeft, zegt De Vries, moet eigenlijk nog aan de bezichtiging van het paleis beginnen. En aan het wandelen in de tuin. Haast te veel voor één dag rondstruinen in het vorstelijk verleden.