Stadswandeling door Laren
Natuurlijk klopt het niet, een stadswandeling door Laren. Laren is immers een dorp. Maar wel het oudste dorp van het Gooi. En het mooiste, het knuste en beroemdste.
Nog geen 100 meter gewandeld en we staan al voor het eerste monument: ANWB-paddenstoel nummer 1, geplaatst in 1919. Het bekende vierkante paaltje van beton met daarop (later) een stalen petje.
We kiezen voor de richting van het Sint Janskerkhof en Laren. Achteraf bezien was het slimmer geweest de route in omgekeerde richting te volgen; eerst het ommeland en het dorp als klap- en sluitstuk.
Het aantal wandelingen door en om Laren is legio. Toeractief biedt een wandeling in twee etappes: wandeling A naar de Westerheide, en B naar het Laarder Wasmeer, elk ongeveer 8 kilometer.
Via Geologisch Museum Hofland en de begraafplaats Sint Janskerkhof gaat het naar de Engweg. Een houten bordje langs de weg, weggescholen in de coniferen, vertelt dat in het bijbehorende huis de Joodse schrijfster Carry van Bruggen (1881-1932) woonde. Carry werd vooral bekend door haar boek ”Het huisje aan de sloot” (1921).
Het centrum van Laren ademt, ondanks de elitaire wind die nu door het dorp waait, nog steeds de geest van arme keuters, die vroeger rond de Brink hun boerenbedoeninkje hadden. Als zogenoemde erfgooiers mochten zij hun schapen op de omliggende heidevelden laten grazen. Naar die heide voert de route ons, maar eerst doorkruisen we het schilderachtige dorp met centraal De Brink en de oude drinkvijver voor het vee. Achter de poffertjeskraam anno 1837 leidt de weg via Oosterend en Oude Drift langs bedoeninkjes die met armoede niets van doen hebben. Zo gaat het naar de Westerheide. De neigende zon zet de vacht van de lome Schotse hooglanders in vurig rood.
We zitten inmiddels op route B. Anna’s Berg laten we rechts liggen. Maar het Laarder Wasmeer laat zich niet negeren. Het is rond de achttiende en de negentiende eeuw het openbare badhuis van de schaapskudden.
Weer terug op weg naar paddenstoel 1. Mijmerend over de vele schrijvers en dichters die Laren bevolkten: zoals Henriëtte Roland Holst, Jan Greshoff, Martinus Nijhoff en Annie M.G. Schmidt. En de kunstschilders, die Laren tot schildersdorp maakten. Neuhuys en Kever, die talloze boereninterieurtjes met moeders en kinderen in dracht schilderden. Of mannen als Mauve die hun ezel op de heidevelden uitklapten en schapen en schaapskooien vastlegden.
De keuterboeren zijn wel uit Laren verdwenen, maar de Larense kunst niet. Die is nog volop te vinden in het plaatselijke Singer.