Vaccin tegen RS-virus lijkt veelbelovend
Duizenden baby’s belanden jaarlijks in het ziekenhuis vanwege een infectie met het RS-virus. Nieuwe vaccins zouden dit aantal fors naar beneden kunnen brengen. Ook kwetsbare ouderen hebben mogelijk baat bij een prik.
Elke winter rond Kerst is het weer raak: kinder-ic’s liggen dan vol met zuigelingen die zijn geveld door het RS-virus. Eén op de 56 gezonde baby’s belandt in het eerste levensjaar in het ziekenhuis vanwege een infectie met het virus. Jaarlijks gaat het om zo’n 2000 kinderen, van wie er 150 tot 200 op de intensive care terechtkomen. Kinderartsen zijn daarom blij dat er vaccins in de maak zijn die dit patroon mogelijk kunnen helpen doorbreken.
Een van deze middelen betreft een eiwitvaccin van farmaceut Pfizer, dat bij zwangere vrouwen moet worden toegediend. Vrouwen maken na een prik antistoffen aan die ze via de placenta aan hun baby doorgeven.
Het vaccin biedt zeker 80 procent bescherming tegen een ernstige infectie, blijkt uit een publicatie deze week in het toonaangevende vakblad The New England Journal of Medicine (NEJM). Dit effect geldt voor de eerste drie maanden na de bevalling, als baby’s het kwetsbaarst zijn. Daarna neemt de bescherming geleidelijk af. In de studie kregen bijna 7400 vrouwen het vaccin of een nepmiddel.
„Dit vaccin betekent een keerpunt”, stelt prof. dr. Louis Bont, kinderarts-infectioloog bij het UMC Utrecht en betrokken bij het onderzoek. „Er wordt al tientallen jaren gewerkt aan een vaccin tegen het RS-virus. Eindelijk is het zover en hebben we een veilig en effectief middel in handen.”
Rollator
Ook ouderen kunnen profiteren van het vaccin, ontdekte Bont. Het middel biedt 60 tot 90 procent bescherming, zo blijkt uit een internationale studie die tegelijkertijd in de NEJM verscheen. Hoe ernstiger de klachten, hoe groter het beschermende effect. In de studie kregen ruim 34.000 deelnemers van zestig jaar of ouder het vaccin of een nepmiddel. Duizenden ouderen gingen voor het onderzoek naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. „Het was bijzonder om te zien dat een kinderziekenhuis volliep met ouderen met een rollator”, zegt Bont lachend.
RS staat bekend als een virus dat gevaarlijk is voor jonge kinderen. Maar ook ouderen moeten oppassen – vooral degenen met onderliggende aandoeningen zoals hartkwalen. Ouderen die extra risico lopen, zouden daarom baat kunnen hebben bij het vaccin, stelt Bont. Of het middel ook zinvol is voor gezonde 60-plussers, durft de kinderarts-infectioloog niet te zeggen. „Het is onbekend hoe gevaarlijk het virus voor hen is.”
Antistoffen
Het eiwitvaccin van Pfizer is niet het enige middel tegen het RS-virus. In november werd nirsevimab, ontwikkeld door de farmaceuten AstraZeneca en Sanofi, op de Europese markt toegelaten. Dit middel, bestaande uit antistoffen die aan het RS-virus binden, is bedoeld voor pasgeborenen, die na een prik een jaar lang zijn beschermd.
Prof. Bont publiceerde halverwege maart een artikel waarin hij aantoonde dat het virus nauwelijks verandert op de plekken waar de nirsevimab-antistoffen zich aan binden. De kans op resistentie tegen het middel is daardoor volgens de infectioloog minimaal.
Zowel het zwangerschapsvaccin van Pfizer als nirsevimab is op dit moment nog niet opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Voordat het zover is, moet de Gezondheidsraad eerst groen licht geven. Bont verwacht dat dat ergens in de nabije toekomst gaat gebeuren. Wanneer precies, durft hij niet te zeggen.
Ontwikkelingslanden
Of hij voorkeur heeft voor een van beide middelen? „Nee”, zegt Bont. „Ze zijn allebei veilig en effectief. Het mooiste zou zijn als ouders straks kunnen bepalen hoe ze hun kind willen beschermen: via een prik bij de moeder of rechtstreeks bij het kind.”
Het zwangerschapsvaccin van Pfizer is volgens Bont geschikter voor ontwikkelingslanden, omdat het daar gebruikelijk is dat moeders worden ingeënt ten bate van hun kind. Nadeel is dat het vaccin niet werkt als kinderen heel vroeg worden geboren. Dan heeft er namelijk nog geen overdracht van antistoffen via de placenta plaatsgevonden. Vanaf welk moment de moeder antistoffen overdraagt aan haar kind, weet Bont niet precies: mogelijk vanaf 32 weken zwangerschap.