Nog geen rode lijn in collegevorming provincies
Als de provincies voor een ramkoers kiezen, moet het kabinet de stikstofplannen wellicht bijstellen, hoopt het CDA. Zo ver is het echter nog lang niet.
Ruim drie weken na de Statenverkiezingen begint zich in Zeeland voorzichtig een rechtse coalitie af te tekenen van BBB, CDA, VVD en SGP. Tot dusver is dat een unicum. Gelderland zou de tweede provincie kunnen worden met een college met een rechtse signatuur. Informateur Ank Bijleveld onderzoekt daar welke partijen een motorblok van BBB (14 zetels), CDA (4) en VVD (6) kunnen aanvullen. Dat zouden SGP (3) en JA21 (2) kunnen zijn. Met die twee erbij is er een meerderheidscoalitie.
In Flevoland wordt conform het advies van de verkenners ingezet op een combinatie van BBB, VVD, CU, SGP en PVV, zodat ook daar de rechtse partijen domineren. Wel staat de CU in Flevoland onder druk om af te haken. Een tweede college waarin rechts domineert, kan gevormd worden in Drenthe. Verkenner Astrid Nienhuis adviseerde daar vrijdag een bestuur van BBB, CDA, VVD en PvdA.
Een groot aantal Drentse partijen onderschrijft volgens Nienhuis het standpunt van BBB dat de deadline van 2035 om de stikstofdoelen te halen niet omlaag moet, zoals in het coalitieakkoord in Den Haag is afgesproken. Steun is er ook voor het BBB-standpunt dat het instrument van gedwongen onteigening niet zou moeten worden ingezet voor dat doel. Of beide het uiteindelijke coalitieakkoord halen, is nog niet duidelijk. Enerzijds schrijft de verkenner dat BBB eraan hecht dat in de coalitie overeenstemming is over het stikstofhoofdstuk in het akkoord. Anderzijds zijn er „geen breekpunten” benoemd.
Middencoalities
In Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht adviseerden verkenners geen rechtse, maar brede middencoalities. Limburg kwam daar eveneens vrijdag als vijfde bij. Daar adviseerde oud-burgemeester Jan Schrijen een coalitie van BBB, CDA, VVD, PvdA en SP. Die zou goed zijn voor een meerderheid van 26 van de 47 zetels in de Staten.
De zuidelijke provincie wordt momenteel bestuurd door een extraparlementair college, waaraan ook GroenLinks deelneemt. De Limburgse BBB bewaart echter „een behoorlijk grote afstand” ten aanzien van GroenLinks, zo schrijft Schrijen, al heeft dat vooral te maken met de landelijke beeldvorming. In de provincie zijn de verschillen tussen de twee minder groot. Desalniettemin vertroebelt het landelijk beeld het zicht op toekomstige samenwerking, aldus de verkenner. Tussen BBB en PvdA in Limburg bestaan geen blokkades.
Saillant detail is dat Schrijen op persoonlijke titel aantekent dat het landelijke wettelijk kader omtrent stikstof het provinciaal bestuur weinig tot geen ruimte biedt om de voorstellen die onder andere BBB voorstaat te implementeren, al werkt hij dat verder niet uit.
Op slot
Schrijen schrijft verder dat PvdA en GroenLinks elkaar in Limburg het liefst vasthouden; iets wat de totstandkoming van het door hem aanbevolen college nog flink kan blokkeren. Ook Noord- en Zuid-Holland staan nog maar aan het begin van de coalitievorming. In Utrecht zit de zaak volgens verkenner Danny de Vries op slot. Over de inhoud van de stikstofplannen in Limburg, Noord- en Zuid-Holland en Limburg valt in dit stadium nog weinig te zeggen.
Friesland lijkt vooralsnog de enige provincie waar de onderhandelingen over een brede coalitie voortvarend van start kunnen. Veel Friese partijen staan sceptisch ten opzichte van het Haagse stikstofbeleid en ook de Friese PvdA wil niet per se koersen op de Haagse doelen.
In de grote ‘stikstofprovincies’ Noord-Brabant en Overijssel moeten de verkenners nog met een eerste rapport komen, net als in Groningen.
Vooralsnog lijkt het CDA zijn hoop te kunnen vestigen op Zeeland en Gelderland als provincies die zouden kunnen kiezen voor een eigen koers; wellicht gevolgd door Flevoland, Drenthe en Friesland.
In de overige provincies lijken de college-onderhandelingen in de eerste plaats complex en tijdrovend te worden. De tijd zal leren wat daarvan de consequenties zijn.