„Leven wij ook als kruisdragers in het voetspoor van de grote Kruisdrager?”
Wekelijks een blik op de kerkelijke bladen, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
„Het kruis van de Heere Jezus Christus heeft in Bijbels licht een unieke betekenis. Op geen enkele wijze behoeft het heilswerk van Hem enige aanvulling van de kant van de Zijnen. Maar toch is hiermee niet alles gezegd over de betekenis van Zijn kruis. (…) Ook het leven van allen die door de band van het geloof en de Heilige Geest aan Hem verbonden worden zal gekenmerkt zijn door het dragen van het kruis.
Volgens de Geneefse reformator Johannes Calvijn (in zijn Institutie) bestaat de kern van het christenleven op aarde uit zelfverloochening; kruisdragen als een belangrijk deel van deze zelfverloochening; en uit de overdenking van het toekomende leven. (…)
Wat nog belangrijker is: het is vooral een Bijbelse zaak. In Mattheüs 16:24 zegt de Heere Jezus: „Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij.”
De apostel Petrus schrijft in zijn eerste brief ook over het kruisdragen van een christen. Daarbij is Christus, Die allereerst de Verlosser van al Zijn gelovigen is, tegelijkertijd ook het grote Voorbeeld voor al de Zijnen. „Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen” (1 Petrus 2:21).
Zo is het kruis van Christus niet alleen de grond van de vergeving van al onze zonden, maar ook de bron van een nieuwe levenswandel in de navolging van Hem. Zijn kruis kruisigt al onze eigen gedachten en verlangens en onze wil; en maakt ons gewillig om naar Zijn wil te leven, uit liefde voor Hem. Om Hem te volgen in het spoor van Zijn Woord; hoe het ook gaat. Buigend voor Gods wil; en tegelijk dagelijks bedelend om Zijn Geest: „O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk.”
Kruisdragen kan daarbij plaatsvinden in situaties van geloofsvervolging, maar evenzeer in noden als armoede, ziekte, verlies en rouw in het leven van een christen op aarde (...). Calvijn schrijft er in zijn Institutie ook heel leerzame zaken over. God legt Zijn kinderen het kruis op. Niet als willekeur, maar als voorkeur. Het is een bewijs van Zijn verkiezende liefde. Het zijn de littekens van de gekruisigde Zaligmaker en de kenmerken van het kindschap van God. Het kruis brengt de christen ertoe al zijn vertrouwen op Gods macht te stellen. Het laat ons Gods getrouwheid ervaren en geeft ons hoop voor de toekomst. Zeker, het kruis kan een vaderlijke kastijding voor Gods kind zijn wanneer de Heere dit nodig acht. Maar God oefent, beproeft en loutert vooral het geloof van de Zijnen door het kruisdragen heen. En het geloof weet daarbij dat niets Hem ooit uit de hand loopt en dat Zijn beloften dwars door alles heen vervuld zullen worden. De bittere pillen die een christen soms moet slikken zijn tegelijkertijd de medicijnen van de hemelse Heelmeester! Het kruis duwt ons niet naar beneden, maar stuwt ons juist naar het hemelse vaderland Boven.Juist rondom Goede Vrijdag en Pasen komt de vraag indringend naar ons toe: hebben wij wel voldoende oog voor dit aspect van het kruis van Christus? Leven wij ook zo als kruisdragers in het voetspoor van de grote Kruisdrager; in het uitzien naar Zijn tweede komst op de aarde? Hoewel God alleen de toekomst kent, duiden de tekenen van onze tijd er onmiskenbaar op dat dit Bijbelse aspect van het kruisdragen in de nabije toekomst wel eens veel meer praktijk kan worden in ons land en West-Europa dan nu het geval is. De ruimte om helder en duidelijk het Woord van God na te spreken met betrekking tot het scheppingsonderscheid tussen man en vrouw, het huwelijk en seksualiteit wordt steeds kleiner. Het is goed voorstelbaar dat het belijden van Christus op dit terrein in de toekomst gepaard kan gaan met een vorm van lijden om Zijn Naam. Daarmee kan het kruisdragen van een christen in de toekomst wel eens heel andere vormen aannemen dan we nu hier kennen. Daarbij komt onweerstaanbaar de vraag op ons af: ben ik daar echt van hárte toe bereid?”
Ds. G. Kater verbindt in Zicht op de kerk, kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk, het kruis van Christus met dat van een christen.