Meditatie: Christus is God
Romeinen 9:5
„En uit welke Christus is zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen.”
Christus zegt: Het tarwegraan blijft alleen. Hiermee kan Hij bedoelen dat Hij even gelukzalig, even heerlijk zou zijn, al stierf Hij niet. Hij was God bovenal te prijzen in der eeuwigheid (Romeinen 9:5). Hij had heerlijkheid bij Zijn Vader, eer de wereld was (Johannes 17:5). Het zou voor hen schade en ongeluk zijn, indien Hij niet in de dood werd overgegeven. Als Hij Zijn erfenis miste, zo zouden zij hun zaligheid missen. Daarom was het volstrekt noodzakelijk, dat Hij in hun plaats de dood zou smaken tot hun verlossing.
Laten we nu eens zien wat voor een samenhang dat hier tussen beide is. Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen. Zou de zondaar worden verlost, en aan Christus tot een bezitting geschonken worden, het moest geschieden met betoning van Gods heerlijkheid. Zijn heiligheid en gerechtigheid moesten daarin hun volle luister vertonen. God kan Zich niet verloochenen. Dat is Zijn Naam en Zijn betamelijkheid, dat Hij de schuldige geenszins onschuldig houdt (Exodus 34:7), en dat Hij de zonde haat. Hij is een Licht, in Wie geen duisternis is (1 Johannes 1:5). Hij moest verhoogd worden door het recht, en worden geheiligd door gerechtigheid (Jesaja 5:16, Psalm 89:15, Romeinen 1:32). Dit kon alleen geschieden in de dood van de Borg, Die de Zoon van God is.
Frederik van Houten, predikant te Middelburg
(”Het weergaloos groot Goed”, 1725)