Opiniecommentaar

Teloorgang CDA niet schouderophalend afdoen

Door nee te zeggen tegen het politieke midden en de BBB massaal te omarmen, greep de kiezer op 15 maart hardhandig in. Dat laat zijn sporen na in het Haagse. De vier coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie doen hun best een zekere onverstoorbaarheid uit te stralen: „’n Beetje praten, ’n beetje overleggen, dan herpakken we ons wel weer.” Of dat zo is, staat nog te bezien.

Hoofdredactie
27 March 2023 08:54Gewijzigd op 27 March 2023 11:04
Pieter Heerma (CDA) reageert voorafgaand aan de fractievergadering op de verkiezingsuitslag, een week na de Provinciale Statenverkiezingen. beeld ANP, BART MAAT
Pieter Heerma (CDA) reageert voorafgaand aan de fractievergadering op de verkiezingsuitslag, een week na de Provinciale Statenverkiezingen. beeld ANP, BART MAAT

Wat de uitslag ook aan het licht bracht, was dat de neergang van het CDA niet te stuiten lijkt. De rol van de partij was al niet zo groot meer en is nog marginaler geworden. Dat is evenmin iets om schouderophalend af te doen. Wie betoogt dat het CDA op cruciale dossiers nu minder het verschil maakt dan voorheen heeft volkomen gelijk. De partij is in beweging en lang niet altijd in gunstige zin. Zie de verschuivende medisch-ethische standpunten. Maar toch.

Door de versplintering van het politieke landschap worden kabinetten, ondanks verschuivende verhoudingen als gevolg van verkiezingen, na de formatie keer op keer toch weer samengesteld uit brede middencoalities. Voor de kiezer heeft dat iets onbevredigends, met als gevolg dat de flanken groeien. Al in 1967 waarschuwde Ed van Thijn dat er op die manier een tangdemocratie kon ontstaan; een slinkend midden dat ernstig aan slagkracht inboet, doordat het wordt omsloten door populistisch-rechts en -links dat de regeermacht schuwt. Hoever Nederland daar nu van verwijderd is, is lastig te zeggen. Maar de laatste verkiezingsuitslag stelt niet helemaal gerust: met het teloorgaan van middenpartijen zoals het CDA gaat ook de bestuurlijke deskundigheid waar de bewindslieden van de partij decennialang voor garant stonden, teloor.

Er is nog meer. De christelijke politiek in Nederland kreeg vorm doordat de voorlopers van het CDA ingingen tegen de manier waarop de koning en de liberalen de hoeksteen van het staatsgebouw –ook wel het maatschappelijk middenveld, de kleinere verbanden of de eigen kring genoemd– bedreigden. Tegenover een politiek waarbij ”het hoe” sterk bepaald werd van bovenaf, plaatsten zij een politiek van de kunst van het mogelijke.

In het stikstofdebat was het CDA met afstand de coalitiepartij die deze aloude tegenstem vertolkte. De partij vroeg minister Van der Wal keer op keer de manoeuvreerruimte van de provincies te respecteren en wilde dat zij deze autonome bestuurslaag zo snel mogelijk voorzag van de benodigde regelingen om voortvarend aan de slag te kunnen gaan. Hangt de kiezerswoede die op 15 maart tot een uitbarsting kwam niet mede samen met het veronachtzamen van dat pleidooi?

Of de BBB kan uitgroeien tot een geloofwaardige kracht tegen liberale dictaten van bovenaf, staat nog te bezien. Zolang dat niet het geval is, is er reden de neergang van het CDA met de nodige zorg te bezien. En te hopen dat de partij weer wat kleur op de wangen krijgt.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer