Aartsbisschop in Irak ontvoerd
De aartsbisschop van de Syrisch–katholieke gemeenschap in Mosul, Basile Georges Casmoussa (66), is ontvoerd in de Noord–Iraakse stad. Dat heeft de woordvoerder van het Vaticaan, Joaquin Navarro Valls, maandag laten weten. Het Vaticaan heeft de ontvoering scherp veroordeeld als „een daad van terrorisme” en eist dat de kerkleider onmiddellijk wordt vrijgelaten.
Casmoussa werd voor zijn kerk door gewapende mannen in een auto gesleurd en meegenomen. Dat heeft patriarch Emmanuel Delly van de Chaldese kerk in Bagdad, een andere katholieke gemeenschap die ook het gezag van Rome erkent, laten weten. Delly is degene die het Vaticaan op de hoogte heeft gebracht van de ontvoering.
Casmoussa werd in 1962 priester gewijd. De paus benoemde hem zes jaar geleden tot aartsbisschop van Mosul. In deze stad woont een groot deel van de Iraakse christenen, die circa 3 procent van de bevolking uitmaken. De Syrische–Katholieke kerk in Mosul en omgeving telt ruim 35.000 aanhangers. De Chaldese kerk in Mosul, met aan het hoofd een andere aartsbisschop, heeft circa 20.000 volgelingen.
Vorig jaar zijn er verscheidene aanslagen gepleegd op christelijke doelen in Mosul, Bagdad en andere Iraakse steden. Als gevolg van het geweld en de intimidaties hebben veel christenen het land inmiddels verlaten.
