Onderzoek VN ziet talrijke schendingen oorlogsrecht in Oekraïne
Een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties stelt dat in Oekraïne sinds de Russische invasie tal van ernstige schendingen van het internationale humanitaire en oorlogsrecht zijn geweest. Veel van deze schendingen zijn volgens de VN oorlogsmisdaden. Er is geen aanwijzing gevonden van volkerenmoord, aldus de Noorse commissievoorzitter Erik Møse.
Russische strijdkrachten hebben volgens de commissie sinds de inval op 24 februari 2022 met „explosieve wapens” doelen in dichtbevolkte gebieden aangevallen en hebben zich daarbij het lot van burgers niet aangetrokken. Veel aanvallen waren buiten proportie en willekeurig.
De onderzoekscommissie heeft zich gericht op de golf van luchtaanvallen sinds 10 oktober. Rusland is toen begonnen de infrastructuur van met name het energienetwerk aan te vallen, nadat er een aanslag was geweest op een cruciale Russische brug naar het schiereiland de Krim. Miljoenen mensen zitten sindsdien vaak tijdelijk zonder stroom en water.
De VN-commissie maakt ook melding van misdaden tegen burgers in de bezette gebieden, zoals wederrechtelijke vrijheidsberovingen, martelingen en verkrachtingen. Onder meer de gedwongen deportatie van Oekraïense kinderen naar Rusland wordt beschouwd als mensenrechtenschending die gelijk staat aan een oorlogsmisdaad.
Volgens Kyiv zijn tot vorige maand 16.221 Oekraïense minderjarigen weggevoerd door de Russen. De onderzoekers van de VN hebben deze cijfers niet kunnen verifiëren maar zeiden wel bewijzen te hebben dat Russische overheidsfunctionarissen maatregelen hebben genomen overgebrachte Oekraïense kinderen onder te brengen in instellingen en bij pleeggezinnen. President Vladimir Poetin ondertekende een decreet om velen van hen de Russische nationaliteit te geven.
De commissie bezocht 56 plaatsen in Oekraïne en sprak met bijna zeshonderd mensen.