De tv–zender van de Hezbollah, Al–Manar, meldde voor de Israëlische bombardementen dat strijders van de guerrillabeweging in het omstreden Chebaa Farms een bomaanslag hadden gepleegd op een Israëlische bulldozer. Daarbij zouden volgens de zender zeker Israëlische slachtoffers zijn gevallen. Het Israëlische leger ontkende echter dat er slachtoffers waren gevallen bij de aanslag, die een paar kilometer in Israëlisch gebied zou zijn gepleegd. Het was de derde aanslag van de Hezbollah in Israël in acht dagen, aldus het leger.

Volgens Libanese veiligheidsfunctionarissen voerde het Israëlische leger naast luchtaanvallen in reactie op de aanslag ook artilleriebeschietingen uit op Zuid–Libanon. Bij het plaatsje Kfar Chouba zouden 25 Israëlische artilleriegranaten zijn ingeslagen.

Sinds de terugtrekking van het Israëlische leger uit Zuid–Libanon in 2000, na achttien jaar bezetting, is het meestal rustig aan de Israëlisch–Libanese grens. Alleen in het gebied Chebaa Farms, waaraan Israël, Libanon en Syrië grenzen, wordt nog regelmatig gevochten. Israël houdt het gebied sinds de oorlog van 1967 samen met de Golan–hoogvlakte bezet. De Libanese regering beweert dat het Libanon toebehoort, maar de Verenigde Naties zeggen dat het Syrisch is en dat Syrië met Israël moet onderhandelen over de status ervan.