De brand in de Notre-Dame ontstond op 15 april 2019 rond 18 uur. Het vuur was omstreeks 3.00 uur de nacht erna geblust. Toen was een groot deel van het kerkdak verloren gegaan en was de hoge vieringtoren in de kerk gestort. De brand dreigde over te slaan naar de westtoren, maar dat kon de brandweer voorkomen.

Er ontstond na de brand een stevig debat in Frankrijk over de wijze waarop de kerk herbouwd moest worden. Zo klonken er pleidooien voor een modern vormgegeven vieringtoren.

Architect Philippe Villeneuve die de bouw begeleidt zal er volgens het Parijse toerismebureau voor zorgen dag de kerk weer in oude luister zal herrijzen: „Het algemene principe is om de kathedraal identiek te herbouwen, zoals hij was, inclusief de torenspits.”

Die lijn gaat in tegen de wens van de Franse president Emmanuel Macron, die eerder opriep tot een „eigentijds architectonisch gebaar” bij de restauratie van de torenspits. Daarop maakten verschillende architecten hedendaagse ontwerpen voor de vieringtoren.

Jean-Louis Georgelin, verantwoordelijk voor de restauratie, zei deze week tegenover persbureau The Associated Press dat „de terugkeer van de torenspits in de skyline van Parijs hét bewijs zal zijn dat we de slag om de Notre-Dame winnen”. In april zal de herbouw van de vieringtoren beginnen, in december zou de toren klaar kunnen zijn.

Frankrijk hoopte de restauratie van het monument –gebouwd vanaf de twaalfde eeuw– te kunnen afronden voor de Olympische Spelen 2024, maar dat gaan de bouwvakkers niet redden, zo blijkt uit het bericht van het toerismebureau van de Franse hoofdstad.

Dinsdag ging de gratis tentoonstelling ”Notre-Dame de Paris: in het hart van de bouwplaats” open voor bezoekers. Geïnteresseerden kunnen zo zicht krijgen op de restauratiewerkzaamheden. Dagelijks werken ongeveer duizend mensen aan de restauratie.

Het voorplein van de Notre-Dame is sinds mei 2020 weer open voor bezoekers, evenals de crypte van de kathedraal.