Beheerder van adellijk erfgoed
Nederland telt nog zo’n 325 adellijke families. Een van de grote uitdagingen waarvoor ze staan, is de instandhouding van het adellijk erfgoed. Met wispelturige overheden, mondige burgers en steeds strakkere milieumaatregelen geen eenvoudige opgave.
Halsebroek, een polderweg buiten Vught, loopt dood bij een boerderij. Iets ervoor ligt een voormalige pachtboerderij van landgoed Beukenhorst, verscholen tussen geboomte. In de wei ernaast lopen een paar alpaca’s. Sinds 2018 wonen hier jonkheer Bibian (44) en echtgenote Annemarie (41) van Rijckevorsel met hun kinderen Philou (10), Flynnt (8) en Bibi (5).
Zijn titel zegt Van Rijckevorsel niet veel. Wel weet hij zich geroepen om landgoed Beukenhorst, de bijhorende bv’s en alle opstallen verantwoord te beheren. Daarom keerde hij, met vrouw en kinderen, vanuit Amsterdam terug naar de wereld van zijn jeugd. „Ik ken hier niet alleen letterlijk elke uithoek van het bos, maar ook alle pachters en andere bewoners op het landgoed.”
De joviale jonkheer kwam ter wereld in het gerenoveerde poortgebouw van Maurick, het kasteel waarvan zijn vader (1942-2020) mede-eigenaar was. Daarvandaan verhuisde hij in 1989 met zijn ouders en zus Ghislaine naar het uit 1924 daterende buitenhuis Beukenhorst, gelegen op het gelijknamige landgoed. Vader Bib (Willem Carel Marie Antoine Joseph Ghislain) erfde dat van zijn stiefvader Frits Fentener van Vlissingen, met de opdracht het ongeschonden over te dragen aan het volgende geslacht.
Kasteel Maurick verhuurde de Brabantse edelman met de gezamenlijke neven en nichten, allen mede-eigenaar van het slot, aan de Wegenbouwers Zuid-Nederland. In 1996 besloten ze het te verkopen, om verlost te zijn van het geldverslindende onderhoud. Het erachter gelegen weduwenhuis Muyserick, persoonlijk eigendom van Bib van Rijckevorsel, ging de Brabantse jonkheer verhuren aan bedrijven. Zo gebruikte Raab Karcher Bouwstoffen het als hoofdkantoor.
Natuurschoonwet
Terwijl zijn vader, bijgestaan door echtgenote Mary Ellynora van Rijckevorsel geboren Van Asch van Wijck, de goederen bij Vught beheerde, betrad Bibian de zakenwereld. Na een korte loopbaan bij de Rabobank was hij jarenlang actief in de internationale cacaohandel, met Amsterdam als standplaats. Annemarie was er werkzaam als designer.
Net als zus Ghislaine (42), senior marketing manager Benelux voor een bedrijf dat wereldwijd parfums en cosmetica verkoopt, was de jonkheer in het weekend vaak met vrouw en kinderen op Beukenhorst te vinden. „Mijn zusje en ik hebben ons altijd bij het landgoed betrokken gevoeld. Dat ontstaat vanzelf als je er woont. Hetzelfde zie ik nu bij míjn kinderen.”
Bij het ouder worden kreeg hij meer zicht op het beheer van het landgoed en ging hij daarover concrete vragen stellen. „Mijn ouders vonden dat prima, maar probeerden ons niet te veel te belasten met problemen waarvoor ze zich gesteld zagen. Dat zie je overigens vaker bij de oudere generatie. Vanuit de gedachte: de kinderen hebben het al druk genoeg met hun studie, werk en een jong gezin.”
In 2011 werd het landgoed ondergebracht in een zogeheten Natuurschoonwet-bv, om bij vererving grote financiële afdrachten aan de fiscus te voorkomen. Het leidde tot een nog nauwere betrokkenheid van de nieuwe generatie, vanaf dat moment medevennoten. „Tijdens de aandeelhoudersvergaderingen gaf de rentmeester uitleg over de gang van zaken in de achterliggende periode en alles wat op stapel stond voor het komende halfjaar. Vanaf 2011 waren ook mijn zusje en ik daarbij aanwezig.”
Gevecht met overheid
De tanende gezondheid van zijn vader was voor Van Rijckevorsel reden om het Amsterdamse leven als cacaohandelaar te verwisselen voor het bestaan van landgoedbeheerder in Vught. Daarvoor richtte hij het eenmansbedrijf The Estate Office op. Door de familie wordt hij ingehuurd als beheerder van het adellijk erfgoed. „Je kunt het zien als een familiebedrijf met een monumentaal karakter.”
Het landgoed omvat pakweg 200 hectare verpachte landbouwgrond en 100 hectare bos. Vanuit zijn zakelijke achtergrond denkt de Brabantse jonkheer in verdienmodellen. „De komende tien jaar worden voor landgoederen cruciaal, onder meer door de stikstofproblematiek. In het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) gaan grondeigenaren samen met provincies, waterschappen en gemeenten op zoek naar oplossingen per gebied. Dat geeft voor ons bedreigingen maar ook kansen.”
Zijn ouders raakten in de loop der jaren zwaar teleurgesteld in overheden. Moeder Mary (72), die twee honden komt ophalen om ermee te gaan wandelen, haakt spontaan aan bij het gesprek en blikt terug op het verleden. „Het gevecht met een onbetrouwbare overheid is afschuwelijk. Beloften werden niet nagekomen, je moest in de krant lezen wat ze met je landgoed van plan waren en zaken die binnen vier muren zouden blijven, lagen de volgende dag op straat.”
Landgoeddag
Bibian kan de frustratie volledig plaatsen. „Er wordt hoog opgegeven over participatie, maar in de praktijk hebben overheden nog steeds de neiging om over en zonder jou te beslissen. Zo lazen we in de krant dat er mogelijk een fietspad over Beukenhorst zou komen en dat het landgoed was ingetekend in het natuurnetwerk Brabant. Over compensatie werd niet gesproken.”
Als antwoord op deze ongewenste situatie koos hij ervoor meer naar buiten te treden. „Alle partijen waarmee we te maken hebben, zoals waterschap De Dommel, de provincie en de twee gemeenten waaronder Beukenhorst valt, ben ik actief gaan benaderen. Dat voorkomt dat her en der over het landgoed wordt gesproken zonder dat die geluiden mij bereiken.” De relatie met het waterschap is inmiddels prima. „Namens beheerders van natuurterreinen heb ik zitting mogen nemen in het algemeen bestuur. Daardoor kan ik de belangen van die eigenaren behartigen.”
Als lid van het landelijk bestuur van de Federatie Particulier Grondbezit wordt hij in een vroeg stadium geïnformeerd over wet- en regelgeving die gevolgen heeft voor de aangesloten leden. De federatie behartigt de belangen van ruim 1600 particuliere eigenaren van landgoederen, die tezamen ongeveer 200.000 hectare beheren. Een van de bestuurlijke taken van Van Rijckevorsel is het organiseren van de halfjaarlijkse Landgoeddag. Dan wisselen de landgoedbezitters ervaringen uit en wordt een relevant onderwerp besproken. „Bijvoorbeeld recreatie”, concretiseert Van Rijckevorsel. „Je kunt recreanten als bedreiging, maar ook als mogelijke bron van inkomsten zien.”
Loslopende honden
Voor een deel van de landgoedeigenaren is dat reden om hun terrein open te stellen. De eigenaars van Beukenhorst houden hun bezit tot nu toe grotendeels gesloten voor publiek. Ter bescherming van de rust en privacy van henzelf en die van de overige bewoners op het terrein. En uit zorg voor bos en park. Het respect voor de flora en fauna is in het algemeen beperkt, weten moeder en zoon Van Rijckevorsel uit ervaring.
„Bij collega’s hebben we gezien wat loslopende honden, mountainbikers en figuren op crossmotoren aan schade kunnen opleveren. Door de ligging van ons landgoed, dicht tegen Vught aan, wordt bij openstelling de druk op de natuur enorm. Je wordt ertoe verleid met subsidies, maar als iets onzeker is, dan is het een subsidie. Landgoedeigenaren denken niet in jaren, maar in generaties. Bij vererving heeft het openstellen van het landgoed forse financiële voordelen, maar die wegen voor ons niet op tegen de bezwaren.”
Huize Muyserick is ondergebracht in een aparte Natuurschoonwet-bv. Dat geldt ook voor het voormalige deel van Beukenhorst waar de familie Van Rijckevorsel in het kader van de Rood voor Groen-Regeling natuur ontwikkelt in ruil voor een bouwvergunning van woningen. Het kreeg de naam Landgoed Groensche Hoeve. „We hebben er een samenwerkingsverband met vier partijen: wij als eigenaar van de grond, projectontwikkelaar Venterra, de gemeente Vught en ProRail. Dat laatste bedrijf zoekt een gebied om tijdelijk water te parkeren in verband met de aanleg van het verdiept spoor in Vught. De gemeente Vught heeft de plas die we creëren nodig voor berging van water bij extensieve regenval. Rond de plas zijn twee keer zes geschakelde woningen en een hoofdwoning gepland. De woningen komen te koop, de grond geven we uit in langdurige erfpacht. Zo houd je het landgoed intact en borg je het voor de toekomst.”
Onroerend goed
De Brabantse jonkheer weet zich gezegend door het onroerend goed op zijn landgoederen, zo’n twintig panden in totaal. Het aantal pachtboerderijen is teruggebracht van zes naar vier: drie melkveebedrijven en een tuindersbedrijf. De vrijkomende boerderijen en woningen zijn tijdens het bewind van zijn vader verkocht, waardoor de eigenaars zelf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. De onderliggende grond is uitgegeven in erfpacht. „Dat geeft een continue bron van inkomsten, zonder kosten van onderhoud aan de gebouwen.”
Voor particuliere landgoedbezitters zonder opstallen op het terrein wordt het volgens Van Rijckevorsel steeds moeilijker om het goed met zwarte cijfers te exploiteren. „De subsidies zijn sterk gericht op zogenaamde POM’s: professionele monumentenorganisaties. Vroeger mocht je investeringen voor de instandhouding van een Rijksmonument aftrekken in box 1. Nu moet je achteraf een aanvraag voor subsidie indienen, een ingewikkelde procedure waarvoor particuliere landgoedbezitters vaak niet de tijd en de kennis hebben.
Uitbesteding naar een professionele partij brengt weer extra kosten met zich mee. Bovendien is het maar de vraag of je uiteindelijk het gehele ingediende bedrag krijgt uitgekeerd.”
De nieuwe regeling zou volgens de overheid geen financiële achteruitgang opleveren. In de praktijk is het subsidiestelsel volgens Van Rijckevorsel wel degelijk versoberd, met name voor particuliere landgoedbezitters. De klimaatmaatregelen vormen een bijkomend pijnpunt. „Als een boer op Beukenhorst vanwege alle overheidsmaatregelen besluit om ermee te stoppen, is dat ook voor ons een financiële strop, vanwege het vervallen van pachtinkomsten. Waar we grote behoefte aan hebben, is een heldere visie voor de lange termijn.”
Castles to Meet
Samen met Arthur de Nerée tot Babberich, eigenaar van landgoed Halsaf te Babberich, richtte de Brabantse jonkheer in 2018 de bv Castles to Meet op. Om landgoederen een extra verdienmodel te geven. „Als de inkomsten uit één pijler onder het landgoed tegenvallen, heb je dan nog de buffer van de andere.”
De jonge onderneming richt zich op het beschikbaar stellen van fraaie vertrekken in landhuizen of opstallen op landgoederen voor vergaderingen en evenementen. Daar is in het bedrijfsleven veel vraag naar, maar de landgoedeigenaren werken nog te weinig samen, vindt Van Rijckevorsel. „Als een meeting op landgoed A niet kan plaatsvinden, moet meteen worden doorverwezen naar landgoed B of C. Om te voorkomen dat een bedrijf uitwijkt naar Van der Valk of Fletcher.”
Castles to Meet fungeert als bemiddelaar. De aangesloten landgoedeigenaren melden aan het bureau welke faciliteiten ze beschikbaar hebben, het bedrijfsleven kan er aanvragen indienen. Castles to Meet regelt vervolgens de marketing en sales, de boeking, de financiële administratie en een groot deel van de organisatie.
„Door onze achtergrond hebben we toegang tot het netwerk van landgoedeigenaren, maar de opstart van het bedrijf zou nog wel wat sneller mogen verlopen”, vindt de Brabantse jonkheer. „Een deel van de landgoederen is ondergebracht in een stichting, met een bestuur dat hooguit eens in de drie maanden vergadert. Dan duurt het even voordat er groen licht komt voor aansluiting bij Castles to Meet. Tegelijkertijd is dat ook weer de charme van deze wereld.”
Pietje-precies
Drie tot vier keer per jaar heeft Van Rijckevorsel een directie-aandeelhoudersvergadering met zijn moeder en zus Ghislaine. Nu vallen directie en aandeelhouders nog samen, dat zal in de toekomst veranderen. „Annemarie en ik hebben drie kinderen, mijn zusje heeft er ook drie. Die kunnen natuurlijk niet allemaal in de directie.”
De vergaderingen vinden meestal plaats via Zoom, omdat Ghislaine in Abcoude woont. Het drietal zet dan het beleid voor de komende periode uit en neemt beslissingen op hoofdlijnen. „Gelukkig zijn we het meestal aardig met elkaar eens”, lacht Van Rijckevorsel.
„Ik vind dat Bibian het heel goed doet”, bevestigt moeder Mary. „Hij is sociaal, heel consequent en kan snel schakelen. Dat is belangrijk, want op zo’n landgoed is er altijd wel iets. Je hoeft je geen dag te vervelen. „Never a dull moment”, zei mijn man vaak.”
Net als zijn vader laat Bibian zich in het beheer bijstaan door een rentmeester van bureau Het Schoutenhuis, met name voor financiële en juridische zaken. Zo stelt Het Schoutenhuis alle contracten voor de erfpachters en huurders op. Moeder Mary regelt alles wat met huis Beukenhorst en bijbehorende opstal te maken heeft, onderhoudt de contacten met de huurders en stuurt de tuinman en de boswachter aan. „Zij is een pietje-precies”, verzekert haar zoon, „dus dat kan ik met een gerust hart aan haar toevertrouwen.”
Gewoon Bibian
Zijn afkomst is voor Van Rijckevorsel van betrekkelijke betekenis. „Ik ben gewoon Bibian, of meneer. Op officiële documenten, zoals mijn paspoort, staat mijn adellijke titel vermeld, maar ik loop daar niet mee te koop. Vanuit de historie zie ik wel de waarde van de adel als eeuwenoud instituut. Ik zou het een groot verlies vinden als het wordt afgeschaft. Ook immaterieel erfgoed moeten we koesteren, maar binnen de samenleving zie je helaas een steeds sterkere vervreemding ten opzichte van historische tradities.”
Zijn moeder staat er net zo in. „Ik heb me nooit meer gevoeld dan elk ander en zoen een jarige pachtboer net zo makkelijk als een familielid. Toch werd ik op de middelbare school meer dan eens gepest om mijn adellijke afkomst. We kunnen in ons land moeilijk omgaan met mensen die om een of andere reden wat uit de toon vallen.”
Haar kleinkinderen hebben daar nog geen last van. Ze onderscheiden zich in niets van andere leerlingen. „Het enige verschil is dat onze kinderen wat verder van school wonen”, zegt Bibian. „Met de nadelen daarvan én de voordelen. Ze hebben hier alle vrijheid en maken spelenderwijs kennis met het landgoed. Zo nu en dan gaan ze met me mee het bos in, of naar een van de boeren. Dat bevordert een natuurlijke overdracht van onze verantwoordelijkheid voor het in stand houden van Beukenhorst.”
Bron: Hoge Raad van Adel en Adel in Nederland.