„Op zeker moment las ik een artikel over het werk van House of Hope. Ik dacht: dat past precies bij mij. Helpen is namelijk mijn ding, ik kan geen onrecht verdragen. Als er op straat iets gebeurt, kom ik meteen in actie. Dus heb ik gesolliciteerd en mijn overwegingen verteld, want je kunt hier niet zomaar als vrijwilliger aan de slag. Het belangrijkste is dat je in staat moet zijn om af te dalen naar het niveau van de cliënt, om verbinding met hem te leggen.

Op 1 januari 2021 ben ik gestart, midden in de coronaperiode; geen gemakkelijke omstandigheden, beseften we. Nu ben ik elke dinsdag in Katendrecht, een wijk in Rotterdam-Zuid. We zijn een christelijke organisatie die er zonder beperkingen en voorwaarden wil zijn voor de kwetsbare medemens, voor iedereen die hulp nodig heeft.

’s Morgens beginnen we als vrijwilligers met een dagopening, die we om de beurt verzorgen. Mooi is dat. Je bent samen één familie. Dat geeft energie.

Mijn taak is vooral gespreksmaatje te zijn van enkele cliënten. Het betekent dat je met zo iemand gaat praten en kijkt of het klikt. Zo ja, dan geef je het contact continuïteit en ontmoet je elkaar minstens eenmaal in de twee weken. Elke keer maak je daar een verslag van. Ik treed niet op als maatschappelijk werker, ik ben alleen aanspreekpunt. Maar je kunt weleens doorverwijzen naar een persoon of instantie.

De bedoeling is dat je naast die mensen gaat staan en dat er een vertrouwensrelatie groeit. Je zet je ervoor in dat ze een goed bestaan opbouwen of terugkrijgen, je stimuleert ze dingen te gaan doen waar ze vreugde aan beleven. Dat gun je ze van harte. Soms komt het in een gesprek op geloofszaken, maar ons doel is niet om te evangeliseren. Helaas zijn er ook teleurstellingen, als je ziet dat het toch weer misgaat.

Verder ben ik sinds een jaar tevens ambassadeur bedrijven van House of Hope. Ik benader ondernemingen, verzorg presentaties en probeer sponsors te werven. Vanuit mijn vroegere beroep als architect beschik ik over een breed netwerk en dat komt in dit verband goed van pas. Het is taai werk, eigenlijk niks voor mij, want ik ben resultaatgericht. Tegelijkertijd ben ik niet zelden verwonderd over de bedragen die je ontvangt.”