De uiterst rechtse regering van premier Benjamin Netanyahu erkende vorige week negen nieuwe nederzettingen die Joodse kolonisten hebben opgericht op de Westelijke Jordaanoever. Dat leidde tot ongenoegen bij Israëls tegenstanders, maar ook bij bondgenoten als de VS. De afgelopen jaren dwarsboomden de Amerikanen resoluties en verklaringen tegen Israël.

Volgens de Israëlische premier Benjamin Netanyahu ontkent de „eenzijdige” verklaring het recht van Joden om in hun historische vaderland te leven. „De verklaring had niet moeten worden gemaakt en de Verenigde Staten hadden zich er niet bij moeten aansluiten”, aldus het kantoor van Netanyahu.

De Verenigde Arabische Emiraten hadden deze week voorgesteld een resolutie aan te nemen die van Israël zou hebben geëist „onmiddellijk en volledig te stoppen met alle nederzettingen op Palestijns gebied, inclusief Oost-Jeruzalem”. Volgens ingewijden ging die resolutie te ver voor Washington, dat een veto heeft in de Veiligheidsraad.

Eind 2016 werd voor het laatst een resolutie aangenomen over de Israëlische nederzettingen. Toen onthield de regering van Barack Obama zich van de stemming. De uiteindelijk aangenomen verklaring van maandag is niet bindend, in tegenstelling tot resoluties.

Alle vijftien lidstaten gingen met de tekst akkoord. De verklaring stelt dat de VN „fel tegen eenzijdige maatregelen” zijn, zoals „het bouwen, uitbreiden of legaliseren van nederzettingen en het innemen van Palestijns gebied”. Ook spreken de VN zich uit tegen het slopen van Palestijnse huizen en de ontheemding van Palestijnse burgers.

Het Witte Huis veroordeelde de Israëlische erkenning van de negen nederzettingen al eerder. Zondag leidde een omstreden Israëlisch wetsvoorstel over hervormingen van de rechtspraak ook al tot onenigheid tussen de beide landen. De Amerikaanse ambassadeur riep de regering op om te wachten met die plannen, maar een Israëlische minister vond dat hij „zich met zijn eigen zaken moet bemoeien”.