Stichting Vluchteling: weinig hulp in afgelegen gebieden Oekraïne
De noodhulp in afgelegen dorpen in Oekraïne wordt een jaar na het begin van de oorlog nog vooral geleverd door kleine lokale organisaties. Dat stelt Tineke Ceelen, directeur van Stichting Vluchteling, die de afgelopen dagen in de regio tussen Charkov en de Russische grens was. De meeste internationale hulporganisaties zijn vooral actief in Oekraïense steden en gebieden die makkelijker toegankelijk zijn, „maar in afgelegen delen in het oosten van het land zie je nauwelijks hulpverleners”.
„Veel oudere en kwetsbare mensen krijgen daardoor niet de hulp die ze zo hard nodig hebben”, vertelt Ceelen, die momenteel voor de vijfde keer in een jaar in Oekraïne is. „Veel mensen zijn uit de zwaar getroffen dorpen vertrokken, maar deze mensen kunnen dat niet. Zij zijn te oud, ziek of hebben geen geld om te vluchten, terwijl ze vaak zonder elektriciteit en stromend water zitten. Tegelijkertijd gaat de oorlog door.”
Stichting Vluchteling werkt in het land met lokale hulporganisaties. „Zij klagen dat ze hun handen vol hebben aan het bieden van hulp maar nauwelijks geld ontvangen vanuit internationale hulporganisaties.” Dat heeft volgens Ceelen te maken met de criteria waar deze grote organisaties aan moeten voldoen: zij moeten binnen een bepaalde periode een bedrag hebben uitgegeven.” Als je enkele miljoenen hebt en je geeft dat beetje bij beetje uit, schiet dat niet op”, legt Ceelen uit. „Daarom kiezen ze voor hulp waar je snel grote bedragen aan kwijt bent.”
Zelf kiest de stichting „voor een mix” van grote en kleine uitgaven. Zo wordt er bijvoorbeeld veel geld besteed aan voorlichting over het ruimen van explosieven en de aanschaf van apparatuur om ze op landbouwgronden te kunnen ruimen. Ook helpt de organisatie bij het beter inrichten van schuilkelders en worden spullen als generatoren en brandhout uitgedeeld zodat mensen hun huis kunnen verwarmen. Verder levert Stichting Vluchteling onder meer voedsel-, hygiëne- en energiepakketten. In die laatste zitten onder meer een zaklamp, batterijen, lucifers, een powerbank en kaarsen.
Noodhulp blijft nog lange tijd nodig, denkt Ceelen. Veel huizen zijn beschadigd en moeten opgeknapt worden en bovendien is het gissen hoe lang de oorlog gaat duren. „Er worden nu noodvoorraden aangelegd met zaken als voedsel, dekens en brandstof voor het geval bepaalde gebieden straks niet meer bereikbaar zijn.” De hulporganisatie zegt ook komend jaar nog vooruit te kunnen met het geld dat ze vanuit Giro555 ontvangen heeft. „De problemen in Oekraïne zijn groot en zijn voorlopig niet voorbij. Er zullen nog miljarden nodig zijn. Alleen al voor het herstel van de basale infrastructuur”, besluit Ceelen.