McDowell analyseert in zijn drieduizend woorden tellend artikel het beleid van het IRA van de afgelopen decennia en legt uit waarom het ontkent dat het achter een grote overval zit die op 20 december werd gepleegd op de Northern Bank in Belfast. De minister reageert met zijn verklaring op uitspraken van Sinn Fein–leider Gerry Adams, die heftig ontkent dat het IRA of zijn partij achter de overval zit en die de Ierse regering fel bekritiseert omdat die hem weigert te geloven.

Volgens McDowell heeft het IRA in politiek gevoelige perioden echter altijd ontkend dat het achter bomaanslagen of dodelijke roofovervallen zat. Pas later, als de kruitdampen zijn weggetrokken, erkent het dan alsnog verantwoordelijk te zijn. De minister gaf verschillende voorbeelden van ontkenningen van betrokkenheid door Adams die later vals bleken. Hij zei er zeker van te zijn dat de leiders van Sinn Fein ook leiding geven aan het IRA en dus tegelijkertijd over vrede in Noord–Ierland onderhandelden en de bankroof in Belfast, met een buit van 38 miljoen euro de grootste in de wereldgeschiedenis, voorbereidden.

De aanname dat het IRA achter de bankroof zit heeft het proces om een gedeeld katholiek–protestants bestuur in Noord–Ierland nieuw leven in te blazen nagenoeg tot staan gebracht. Hoewel Sinn Fein inmiddels de grootste katholieke partij in Noord–Ierland is, zien de protestantse partijen geen heil meer in het vormen van een coalitie met Sinn Fein. In plaats daarvan willen ze dat de Britse en Ierse regering hen toestaan onderhandelingen te beginnen over een regering met de Sociaal–Democratische Arbeidspartij van meer gematigde katholieken.

Partijleider David Trimble van de protestantse Ulster Unionisten, die tot 2002 premier was van een Noord–Ierse coalitieregering, zei dat Sinn Fein en het IRA niet werkelijk genteresseerd zijn in oplossingen en weigeren zich te hervormen. Volgens Trimble moeten de Britten Sinn Fein niet weer een laatste kans geven.

McDowell zei dat ook de Ierse regering Sinn Fein en het IRA niet voor eeuwig de hand boven het hoofd kan houden. Volgens hem blijft het IRA in beide delen van het Ierse eiland doorgaan met zijn criminele activiteiten. Het voert roofovervallen uit, smokkelt, vervalst en is betrokken bij afpersing. Bovendien ondermijnt het de autoriteit van de politie door zelf als politiemacht op te treden in wijken die het beheerst, aldus de minister.