Het regime in Syrië is door onder meer de EU gestraft voor het neerslaan van de protestbeweging in het land en het hardhandige optreden in de burgeroorlog waarin dat uitmondde. De sancties mikken vooral op het bewind in Damascus en op het bemoeilijken van de oorlogvoering, maar maken het volgens sommige hulporganisaties nu ook moeilijk om snel geld over te maken naar hulpverleners ter plaatse.

De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk maken sinds de aardbeving al uitzonderingen op hun sancties voor Syrië. Maar het Westen is op zijn hoede, omdat de Syrische president Assad deze kans zou willen aangrijpen om er zelf beter van te worden.

Het belangrijkste obstakel voor hulp aan het zwaar getroffen Noord-Syrië, waar tegenstanders van Assad de baas zijn, zijn de sancties in ieder geval niet, zegt een hoge EU-diplomaat. Dat is vooral het regime zelf, dat bijvoorbeeld lang weigerde meer grensovergangen te openen voor hulp.