Kostin is vrijdag in Brussel voor een vergadering over de inbeslagname van de fondsen. Een werkgroep werd daarvoor in de lente van vorig jaar opgericht door de Europese Commissie, de lidstaten en de agentschappen Europol en Eurojust, in samenwerking met de Oekraïense autoriteiten en de G7, een groep van zeven rijke landen waaronder de Verenigde Staten. Ze zoeken naar een juridisch waterdichte manier om het geld in beslag te nemen en te gebruiken voor de heropbouw van Oekraïne of de schadevergoeding voor oorlogsslachtoffers.

Kostin en Reynders bespreken ook het onderzoek naar en de vervolging van oorlogsmisdaden op het Oekraïense grondgebied. De EU zoekt al langer naar manieren om Oekraïne te helpen bij het voor de rechter brengen van wandaden die sinds de Russische invasie begin vorig jaar in het land zijn gepleegd. Zo wordt er een centrum voor vervolging misdrijven Oekraïne in Den Haag opgezet, waar het verzamelen van bewijsmateriaal wordt gecoördineerd en ook aanklachten in de steigers worden gezet. Brussel zoekt ook steun voor een speciaal ‘agressietribunaal’ dat zich niet op de uitvoerders, maar op de verantwoordelijken voor de invasie moet richten.