Hammelburg zegt dat van de oorlog in Oekraïne is geleerd dat het goed is om direct te beginnen met het opzetten van steun voor de langere termijn na een grote ramp. Nu is er volgens hem weliswaar vooral nog behoefte aan noodhulp in de vorm van voedsel, medicijnen en onderdak, maar kan betere coördinatie van alle steun en hulp ook al helpen. Zo nodig moet het wederopbouwpotje daar ook al voor aangesproken worden, mocht bijvoorbeeld blijken dat de 10 miljoen euro die het kabinet vorige week toezegde voor de eerste hulpfase ontoereikend is.

De partijen vragen minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) om een ‘Reconstructie Taskforce’ op te zetten. „Je hebt niet alleen een taskforce nodig om te zorgen dat het geld op de juiste plaats terecht komt, maar ook dat er een coördinatieteam is dat ervoor zorgt dat blokkades worden weggenomen en de juiste maatregelen genomen worden waar die nodig zijn.” Hij doelt daarmee ook op de organisatie van hulpinitiatieven, begeleiding bij de logistiek en diplomatieke inspanningen. „Het kan van alles betekenen.” De partijen vragen de minister ook nadrukkelijk om aandacht voor de situatie van kinderen en voor psychosociale hulp in de getroffen gebieden.

Volgens Hammelburg ligt het voor de hand dat er meer dan 100 miljoen euro in het fonds gestort moet worden, maar hoeveel weet hij nog niet. „Over een paar weken is er onder leiding van de Europese Commissie en het Europese voorzitterschap van Zweden een donorconferentie”, zegt hij. Tegen die tijd moet op basis van berekeningen van de Wereldbank meer duidelijk zijn over de schade en welk deel Nederland voor zijn rekening zal nemen. „Maar nu is het al noodzakelijk dat we echt actie tonen.”