Wereldvoedselprogramma ziet dat voorraden in Syrië opraken
Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties vreest dat de voorraden in Syrië snel opraken na de verwoestende aardbevingen. Het geeft aan dat er veel meer hulp moet komen om inwoners van het getroffen gebied van eten te voorzien.
Het VN-voedselprogramma is al jaren actief in Noordwest-Syrië om humanitaire hulp te verlenen. Door de burgeroorlog leefde naar schatting al ongeveer de helft van de bevolking in die regio, die onder controle staat van de rebellen, in voedselonzekerheid. De regiodirecteur van de organisatie zegt dat nu zo’n 90 procent van de bevolking in dat gebied afhankelijk is van voedselhulp. De VN-hulp heeft de mensen inmiddels kunnen bereiken, maar er is dringend behoefte aan meer bevoorrading.
Donderdag ging de belangrijke grensovergang tussen Turkije en Syrië bij Bab al-Hawa weer open. Die was jarenlang als enige grenspost goedgekeurd door de VN, maar was een aantal dagen onbereikbaar door aardbevingsschade. De eerste vrachtwagens met hulp komen nu weer binnen via die weg, maar volgens het Wereldvoedselprogramma is het noodzakelijk om meer grensovergangen te openen.
Vrijdag zijn volgens de Internationale Organisatie voor Migratie weer veertien vrachtwagens uit Turkije gearriveerd in Syrië. Ze brachten onder meer elektrische verwarmingen, dekens en tenten om de overlevenden te helpen.