Buitenlandse hulp aan Syrië komt op gang
De buitenlandse hulp aan Syrië lijkt langzaam maar zeker op gang te komen. Vanuit verschillende landen in met name de Arabische wereld arriveert noodhulp in het door aardbevingen getroffen land. De omvang van de hulp aan Syrië is wel kleiner dan die aan Turkije, waar tientallen landen hulp aan hebben geleverd.
Oman opent volgens het Syrische staatspersbureau SANA een luchtbrug om hulp- en medische goederen te sturen. Uit Libië, Iran, India, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn inmiddels vliegtuigen vol hulpgoederen aangekomen in Aleppo en Damascus. Eerder deze week werd al bekend dat meer dan driehonderd Russische soldaten die in Syrië zijn gestationeerd helpen met puinruimen.
Verschillende landen hebben toegezegd een financiële bijdrage te leveren aan de reddingsoperatie in Syrië. Zo stuurt China 30 miljoen yuan (ruim 4 miljoen euro) aan noodhulp naar Syrië en draagt Nederland 10 miljoen euro bij.
De verdeling van de hulpgoederen die in Damascus aankomen, ligt bij de regering van president Bashar al-Assad. Gevreesd wordt dat de hulp niet naar de gebieden wordt gestuurd die buiten de controle van de overheid vallen. Hulporganisatie Witte Helmen, actief in de door rebellen bezette gebieden in het noordwesten van Syrië, roept daarom de internationale gemeenschap op materiële hulp te leveren en steun te bieden aan organisaties die ter plaatse zijn. Egypte heeft inmiddels gehoor gegeven aan deze oproep. De Witte Helmen melden dat een team van reddingswerkers en dokters uit Egypte de reddingsoperatie in het noordwesten ondersteunt.