„Een klein deel van mijn vrijwilligerswerk is het bezoeken van een tbs’er voor Gevangenenzorg Nederland. Ik bezoek hem een keer in de drie weken. Mijn ouders hielpen graag andere mensen. Je naaste liefhebben als jezelf was belangrijk voor hen. Dat hebben ze overgedragen op de kinderen. Ik ben dankbaar dat ze ons geleerd hebben voor anderen van betekenis te zijn. Je wordt zelf ook blij als je liefde en aandacht deelt. Ik werk sinds 2005 24 uur per week als verpleegkundig specialist geriatrie in het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda. Op de poli spreek ik onder meer patiënten met dementie en hun familie. Hoe kan de ondersteuning worden geregeld? Is de hulp thuis nodig, of is het beter om naar een zorgcentrum te gaan? Het grootste deel van de dag doe ik consulten aan het bed van patiënten.

In 2013 werkte er een Surinaamse uroloog in ons ziekenhuis. Hij zette zich in voor een stichting die medische ondersteuning biedt in Suriname en nodigde collega’s uit voor een kennismakingsbezoek aan Suriname. Ik ging mee en zag dat er op verpleegkundig gebied veel dingen konden worden geoptimaliseerd. Samen met de Surinaamse collega’s en verpleegkundig directeuren bespraken we de mogelijkheden. Zo was er bijvoorbeeld niemand die kon reanimeren. Als er bij een patiënt geen hartslag was, belden ze de politie, om te zeggen dat er een lijk was gevonden. De verpleegkundigen wilden graag leren reanimeren. We hebben Surinaamse collega’s opgeleid tot reanimatie-instructeur zodat zij hun collega’s kunnen trainen.

Na het bezoek aan Suriname heb ik samen met collega’s SuriNed Foundation opgericht. Het voorzitterschap kost me minimaal een dag per week. Ook ga ik twee keer per jaar enkele weken naar Suriname.

De patiëntenzorg in Suriname wordt bemoeilijkt door een gebrek aan materialen. Over stoma’s bestaat in Suriname veel schaamte. Omdat er een tekort aan kennis en geschikte materialen is, isoleren mensen zich soms. Er is een man die slechts één keer in de week uit zijn huis komt om eten te kopen. Om te voorkomen dat hij zich bevuilt, stopt hij twee dagen voordat hij naar de winkel gaat met eten. Een van onze doelen is om de stomazorg te verbeteren. Ook willen we kennis overdragen.”