Overleg over landbouwakkoord verloopt „zeer moeizaam”
Na zes vergaderingen is er aan de zogeheten hoofdtafel van de onderhandelingen over een landbouwakkoord nauwelijks vooruitgang geboekt. „De overheid en de agrarische sector staan nog steeds lijnrecht tegenover elkaar”, stelt voorzitter Bart Kemp van boerenorganisatie Agractie.
Zoals het er nu voor staat, schat Kemp de kans dat het tot een akkoord komt op 20 procent, „althans een akkoord waar wij onze handtekening onder kunnen zetten”. Hij zei dat woensdag in Woudenberg tijdens een drukbezochte informatieavond voor zijn achterban.
Landbouwminister Piet Adema onderhandelt sinds december met boerenorganisaties, provincies, ketenpartijen, banken en natuurorganisaties over een akkoord dat de landbouw zekerheid moet geven voor de periode tot pakweg 2040. Naast de hoofdtafel zijn er sectortafels waar wordt ingezoomd op deelsectoren als akkerbouw, melkveehouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij.
Maandag stond het overleg aan de hoofdtafel onder grote spanning, omdat landbouwminister Piet Adema vrijdag had aangekondigd dat de regels voor het uitrijden van mest onder druk van de Europese Commissie per 1 maart al worden aangescherpt, in plaats van met ingang van 2024 zoals Adema eerder had toegezegd. „Het was een zeer hete ochtend”, zei Kemp.
De onderhandelingen verlopen „zeer moeizaam”, zei Kemp, mede doordat “wij vasthouden aan onze punten”. Een voorbeeld van een belangrijk geschilpunt, zo zei hij, is dat de overheid vooral inzet op extensivering van de landbouw. Dat betekent dat boeren minder dieren per hectare mogen houden. Maar Agractie wil vooral perspectief voor de „grote meerderheid van de boeren die efficiënt wil produceren”.
Kemp laakte in dit verband het „gebrek aan praktische kennis” van landbouw bij de overheid en veel van haar ambtenaren. „Wij willen een realistische visie op onze sector. We gaan niet terug naar de tijd van Ot en Sien met kneuterige gemengde bedrijfjes. We leven hier niet op een eiland.”
Terwijl minister Adema zich richt op de doelen die het kabinet nastreeft, heeft Agractie zich „aan geen enkele van die doelen geconformeerd”. De organisatie maakt zich aan de onderhandelingstafel onder meer sterk voor behoud van de zand- en veengronden voor „efficiënte agrarische productie”, „bescherming” van landbouwgrond tegen „oprukkende natuur”, een gelijk speelveld in Europa en meer regie op de prijs die de boer voor zijn producten ontvangt.
Het is niet uitgesloten dat de onderhandelingen voortijdig worden afgebroken. Kemp: „We bekijken per keer of we blijven zitten. Als er niets te halen is, komt er geen akkoord, althans niet met onze handtekening eronder.”
Stikstofruimte van stoppende boeren moet beschikbaar blijven voor de sector zelf, vindt Agractie. Kemp: „Individuele boeren kunnen er een mooie deal uit halen als ze hun ruimte verkopen, maar wij gaan voor de belangen van de blijvers.”
Kemp had ook een pessimistische boodschap voor de zogeheten PAS-melders, boeren die de dupe werden door het wegvallen van de vroegere stikstofwetgeving PAS. Zij moeten alsnog een natuurvergunning krijgen, maar dat proces verloopt moeizaam doordat er nauwelijks stikstofruimte vrijkomt. „De overheid wil de PAS-melders uiterlijk eind 2025 legaliseren. Ik geef op een briefje dat dit niet gaat gebeuren.”
Diverse boeren uitten hun frustratie over de stikstofcrisis en het mestbeleid. „Wij hebben het vertrouwen in de overheid verloren”, verwoordde iemand. „Hoe moeten we verder als we alleen maar goed zijn om in te leveren?”