Republikeinen in Huis VS gaan ministerie van Justitie onderzoeken
De Republikeinse meerderheidsfractie in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden heeft dinsdag gestemd voor het instellen van een onderzoek naar wat zij de politisering „van de federale overheid door president Joe Biden” noemt. Het onderzoek moet zich richten op het ministerie van Justitie, de FBI en andere federale instanties. Zij zouden hun boekje te buiten zijn gegaan in de onderzoeken naar de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 en de rol van oud-president Donald Trump daarin.
Republikeinen zullen ook beweringen onderzoeken dat de regering-Biden grote technologiebedrijven als Facebook, Twitter en Google onder druk heeft gezet om opvattingen te censureren die in strijd zijn met het beleid van het Witte Huis. Het wetsvoorstel tot oprichting van het onderzoekspanel schrijft voor dat volksvertegenwoordigers zullen onderzoeken hoe de uitvoerende macht samenwerkt met de particuliere sector, non-profitorganisaties en andere instanties „om actie tegen” Amerikaanse burgers te vergemakkelijken.
De Republikeinen kondigden voor de tussentijdse verkiezingen van november al aan dat ze een dergelijk onderzoek zouden instellen mochten ze de meerderheid in het Huis veroveren, wat ook (nipt) gebeurde. Zo beloofde de Republikeinse vertegenwoordiger Elise Stefanik in augustus, enkele dagen na een huiszoeking door de FBI in Trumps Mar-a-Lago-landgoed, een onderzoek te starten naar „Joe Biden en de politisering van het ministerie van Justitie en de FBI door zijn regering”. De bewuste FBI-inval, die tot doel had geheime documenten terug te krijgen, noemde ze „misbruik en overschrijding van bevoegdheden”.
Democraten hebben vooral hun bezorgdheid geuit over een bepaling in het aangenomen voorstel die de onderzoekscommissie machtigt om „lopende strafrechtelijke onderzoeken” te onderzoeken. Die vallen immers buiten het toezicht van het parlement. „Dit is een schending van de scheiding der machten”, zei bijvoorbeeld de Democraat Jerrold Nadler. „En daarom erg gevaarlijk.”