De man zei dat hij in 2003 getuige was geweest van een aantal gevallen van ‘ondervraging door middel van mishandeling’ van gevangenen op de basis van de Navy Seals bij Bagdads internationale vliegveld.

De niet bij name genoemde getuige zou in november 2003 tien minuten hebben toegekeken terwijl mariniers de Irakees Manadel al–Jamadi sloegen, de keel dichtknepen en hun vingers in zijn ogen staken. Een CIA–medewerker sloeg hem toen hij weigerde vragen te beantwoorden.

Al–Jamadi werd verdacht van een bomaanslag op een gebouw van het Rode Kruis in Irak. Hij stierf een paar uur na zijn arrestatie terwijl hij werd ondervraagd door de CIA in de doucheruimte van de Abu Ghraib–gevangenis.

Het ex–lid van de Navy Seals legde zijn verklaring af tijdens een zitting die werd voorgezeten door een marineofficier. Hij beslist na het aanhoren van het bewijsmateriaal of de niet bij name genoemde luitenant van de Navy Seals voor de krijgsraad moet verschijnen op beschuldiging van geweldpleging, mishandeling en ’gedrag een officier onwaardig’.

De getuige, de belangrijkste troef van de aanklager, diende onder de luitenant in Irak. Hij werd uit de elite–eenheid verwijderd nadat hij was veroordeeld voor het stelen van het kogelvrije vest van een collega. Hij verklaarde dat hij zijn luitenant op drie verschillende momenten gevangenen zag mishandelen.