Goede voornemens hebben is Bijbelse opdracht
Het goede voornemen om werk te maken van bidden en Bijbellezen verdwijnt soms net zo snel als de zin om te lijnen of te sporten. De maand januari is nog niet verstreken of de klad zit er in. Prof. dr. H.J. Selderhuis: „Als het goed is, houdt falen ons dicht bij God.”
Is het goed om te streven naar verbetering van leefstijl of karakter?
Prof. Selderhuis: „Ik denk dat dit zeker goed is. Volgens mij is het ook een Bijbelse opdracht. De Bijbel spreekt over de noodzaak van groei. Over dat Christus meer gestalte in ons moet krijgen, over de bestrijding van negatieve eigenschappen en zonden. Op zich is dat een goede zaak. Ik denk dat het ons mensen helpt om daarvoor een markeringsmoment aan te wijzen, zoals de overgang naar een nieuw jaar. Of er iets van de goede voornemens terechtkomt, is een ander verhaal. Allereerst is er dus de Bijbelse opdracht. Een bekeringspunt.”
Goede voornemens hebben met bekering te maken?
„Met de dagelijkse bekering, ja. Ik wil meer aandacht besteden aan Bijbellezen, meer tijd vrijmaken voor de gemeente. Bekering is een opdracht voor ons allemaal.”
Goede voornemens gaan nogal eens over lijnen of meer sporten. U betrekt de voornemens vooral op het geestelijke leven?
„Ik breng geen scheiding aan, want dat doet de Bijbel ook niet. Het Woord spreekt zich duidelijk uit over de zorg voor ons lichaam. Als het nodig is, moet je het doen. Bezig zijn met je gezondheid, met de schepping en zeker ook het leven met de Heere verenigen zich in één mens. „Ik zet mijn treden in Uw spoor”, zingen we vaak. Anders gezegd: Ik wil gaan op Gods weg. Elke zondag hoor ik dat weer. Waarom dan niet bij de jaarwisseling?”
Zijn er ook valkuilen op dit terrein?
„Het gevaar is dat ons streven iets krampachtigs krijgt. Het moet geen wet van werken worden. Anderzijds ligt gelatenheid op de loer: Wij zijn zondig, dus het wordt toch niets. De uitdaging is daartussen een balans te vinden.”
Het leven als christen kan zo’n eindeloos vallen en opstaan zijn. Welk advies heeft u voor wie zichzelf voortdurend tegenvalt?
„Op dat advies zit ik zelf ook te wachten.”
Ja, maar u schreef ooit het boek ”Morgen doe ik beter. Gids voor gewone christenen”.
„Ah, dat boek, ja. Dat daar zeventien drukken van verschenen zijn, geeft wel aan dat heel veel mensen met deze vraag zitten. Morgen doe ik het beter, denken we. Maar aan het einde van de volgende dag constateren we opnieuw dat het niet gelukt is. Dat houdt ons nederig. Als het goed is, houdt falen ons ook dicht bij God. Dan bemerk ik dat het waar is wat Gods Woord op dit punt zegt. Calvijn verwoordt het zo: „Groeien in geloof is steeds beter zien hoe ver je achterblijft.” Soms denk je dat het niet opschiet. Dát te zien, is al een stuk groei.”
De kunst is om niet moedeloos te worden?
„Dat moet je zeker niet doen. Dat brengt ons bij de gemeente van Christus. Ga het niet alleen doen, help elkaar verder. Vraag jezelf af: Kan ik iets van een ander leren?”
Hoe zou dat gestalte kunnen krijgen?
„Misschien komt dit idee wat laat in het jaar, maar waarom niet met elkaar goede voornemens delen en daar later op terugkomen? Er circuleren mooie apps, zoals Scipio, die zo’n gesprek mogelijk maken. Je kunt mensen ook dingen laten opschrijven, bijvoorbeeld bij het koffiedrinken na de dienst op nieuwjaarsmorgen. Na een paar maanden organiseer je een gemeenteavond waarbij je de vraag stelt wat er van de voornemens terecht is gekomen.”
Hebt u zelf goede voornemens?
„Rond de jaarwisseling eindigt na zes jaar mijn rectoraat van de Theologische Universiteit Apeldoorn. Mijn goede voornemen is om de tijd die ik nu extra zou moeten krijgen op verstandige wijze te gaan gebruiken. Ik heb me voorgenomen meer tijd te steken in wat een professor hoort te doen, namelijk onderzoek doen en schrijven. Daarbij past het voornemen de laptop, apps en mail wat vaker ongezien te laten. De verleiding is groot om te zien of er nog e-mails zijn. Zit je eenmaal achter het scherm, dan ga je weer van het één naar het ander.”
Wilt u dit interview nog even lezen voor publicatie?
„Prima. Mijn voornemen om minder e-mail te lezen, gaat pas in op 1 januari.”