Pas helft van slachtoffers in Atjeh geborgen
Meer dan twee weken na de zeebeving die aan zeker 104.000 Atjeeërs het leven heeft gekost, is pas de helft van de slachtoffers in Atjeh geborgen. Dat heeft de Indonesische minister van welzijn Alwi Shihab maandag gezegd.
Shihab zei dat de overheid maatregelen heeft genomen om snel de nog 50.000 lijken te bergen en te begraven die nu nog ‘verspreid liggen’ over de provincie. Volgens Shihab zijn 58.281 slachtoffers geborgen. De regering, zei hij, is bezig het tempo op te voeren waarmee de lijken worden opgehaald en begraven. Dit gebeurt door de arbeiders in ploegendiensten te laten werken. Volgens Shihab zijn 392.000 mensen in Atjeh dakloos geworden door de tsunami. Eerder heeft de regering gezegd dat het er 500.000 zijn.
Lijken liggen nog onder ingestorte gebouwen of onder het puin in rivieren en kanalen. De stank van ontbindende lijken hangt nog altijd over delen van de provinciehoofdstad Banda Atjeh. Veel slachtoffers zijn in massagraven gelegd. Op de belangrijkste begraafplaats in Banda Atjeh zijn arbeiders bezig om slachtoffers te begraven door ze op elkaar te stapelen, gescheiden door een laag modder.
Shihab zei dat de overheid bezig is 24 permanente kampen aan te leggen om de mensen te huisvesten die nu verblijven in tentenkampen. De nieuwe kampen bestaan uit houten gebouwen en voldoen aan de standaarden van de Verenigde Naties wat betreft beschikbaarheid van water en riolering. De eerste kampen moeten over twee of drie weken klaar zijn.
In Thailand herhaalde premier Thaksin Shinawatra maandag dat zijn land niet zit te wachten op noodhulp in de vorm van cash. Technische en personele ondersteuning bij het vinden, redden en identificeren van lichamen is meer dan welkom, zei hij. Maar zijn regering wil geen cash hulp gaan beheren. Landen die financiële hulp willen bieden, kunnen deze volgens Shinawatra het best direct aan de slachtoffers geven. ‘Als ze bijvoorbeeld een school willen bouwen, een ziekenhuis of huizen in dorpen en steden die ernstig zijn getroffen door de tsunami, dan kunnen ze dat doen.’