Van Rij: geld uit herdenkingsfonds naar monument Sint Eustatius
Een deel van de 200 miljoen euro die het kabinet uittrekt om het slavernijverleden te verwerken, gaat naar de bouw van een moment op Sint Eustatius. Dat heeft staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) gezegd in zijn toespraak op het Caribische eiland, vlak na de excuses die premier Mark Rutte maakte voor de rol van de Staat bij de slavernij.
Het geld betekent „dat we de wens willen vervullen om een gedenkplaats op te richten voor de voorouders die zijn opgegraven - op een respectvolle en voor de nabestaanden passende manier”, aldus de bewindsman. Van Rij was niet zonder reden op het eiland: tussen 2020 en 2021 was hij regeringscommissaris in Sint Eustatius. Bij de totstandkoming van de gedenkplaats „staat voorop dat u - de Statiaanse gemeenschap - bepaalt hoe en waar dit monument vorm krijgt”.
Van Rij zei zich „vereerd” te voelen het eerste gesprek met Statianen te voeren na de excuses. Velen van hen zijn zelf nazaat van tot slaaf gemaakten. „Het verleden is niet weg uit uw verhalen en uit uw persoonlijke geschiedenis - voor degenen die er over kunnen en willen praten”, aldus de staatssecretaris. Hij benadrukt dat de excuses slechts een beginpunt zijn. „Een proces van heling en verzoening kost immers tijd”, aldus Van Rij.